6.3.1 Je kunt
drie vormen van warmtetransport noemen en de verschillen toelichten.
6.3.3 Je kunt drie voorbeelden geven van goede en drie van slechte warmtegeleiders.
6.3.6 Je kunt uitleggen welke voorwerpen straling goed absorberen en welke niet.
6.4.1 Je kunt drie manieren beschrijven waarop een huis warmte verliest aan de omgeving.
6.4.2 Je kunt uitleggen hoe het komt dat een goed geïsoleerd huis minder energie verbruikt.
6.4.3 Je kunt vier manieren beschrijven om een woonhuis te isoleren tegen warmteverlies.
6.4.4 Je kunt van elke manier van isoleren uitleggen hoe die het warmteverlies tegengaat.
6.4.5 Je kunt uitrekenen hoeveel bewoners door isolatie kunnen besparen in m3 aardgas en in euro’s.