4H - Les 2 - Imperativo negativo

Programa
  1.  Toetsing Periode 2
  2. imperativo negativo   (gebiedende wijs)
  3. Trabajamos
  4. Escribir frases
  5. Deberes
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programa
  1.  Toetsing Periode 2
  2. imperativo negativo   (gebiedende wijs)
  3. Trabajamos
  4. Escribir frases
  5. Deberes

Slide 1 - Tekstslide

PTA SPAANS

Slide 2 - Tekstslide

Toetsen Periode 2
PO las noticias y el tiempo: 
gebruik indefinido + zinnen maken + het weer
Vocatoets (voca in zinnen):
2.1 t/m 2.3 + 3.1 t/m 3.3 N-S + S-N,
presente/futuro próximo/gerundio/perfecto

TW 2 Grammatica Toets:
  • indefinido vervoeging (on)regelmatig 
  • imperfecto vervoeging (on)regelmatig 
  • Perfecto vervoeging (on)regelmatig 
  • gebruik perfecto/indefinido met signaalwoorden
  • gebruik imperfecto/indefinido met signaalwoorden 
  • imperativo afirmativo + negativo
  • bijvoeglijk naamwoorden/bijwoorden 
  • voorzetsels (preposiciones) 
  • zinnen schrijven: C2 eje 18+36+tarea

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de imperatief?
Imperativo = gebiedende wijs

Imperativo afirmativo = bevestigende gebiedende wijs

Imperativo negativo = ontkennende gebiedende wijs 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je de imperatief afirmativo?
1) tú-vorm                 = 3e persoon enkelvoud van de presente
2) vosotros-vorm     = infinitief -r, +d
3) usted-vorm           = 3e persoon enkelvoud van de presente waarbij a>e en e>a
4 ) ustedes-vorm      = net als bij punt 3 maar dan +n voor het meervoud.

Hablar
Comer
Vivir
Dormir (UE)
Habla
Come
Vive
Duerme
Vosotros
Hablad
Comed
Vivid
Dormid
Usted
Hable
Coma
Viva
Duerma
Ustedes
Hablen
Coman
Vivan
Duerman

Slide 5 - Tekstslide

imperativo negativo

Slide 6 - Tekstslide

Imperativo negativo
Soms wil je juist dat iemand iets NIET doet.
Bijvoorbeeld:      Koop het shirt NIET!        Eet GEEN patat!

De 'gebiedende wijs ontkennend' maak je vanuit de gewone presente. 
In de uitgang vervang je de -a door -e, of andersom.
comprar (kopen)                      -> ¡No compres la camiseta! (Koop het shirt niet!)
comer  (eten)                            -> ¡Señor, no coma patatas fritas!  (Meneer, eet geen patat!)


Slide 7 - Tekstslide

Imperativo negativo regular
 
- AR          -ER          -IR
hablo       como        vivo
hablas     comes      vives
habla        come       vive
hablamos  comemos vivimos
habláis     coméis      vivís
hablan     comen       viven
-AR     -ER     -IR
no hables   comas   vivas
no habl    coma    viva
no habléis   comáis  viváis
no hablen   coman   vivan

Slide 8 - Tekstslide

Imperativo negativo; 
werkwoorden met onregelmatige ik-vorm.
1) tú-vorm = ik-vorm uit de presente met uitgang die bij de imperatief hoort.
2) vosotros-vorm = idem
3) usted-vorm = idem
4 )ustedes-vorm = idem

                                 HACER           TENER
(tú)                          no hagas.      no tengas
(vosotros)            no hagáis      no tengáis
(usted)                   no haga          no tenga
(ustedes)              no hagan       no tengan

Slide 9 - Tekstslide

imperativo negativo (irregular-zie ook je grammaticaboekje)

Slide 10 - Tekstslide

Trabajamos
1. C1 ej 30e
2. Afmaken Tarea C1 
     p. 39 paso 1 +2+3+4

Slide 11 - Tekstslide

Ejercicios Imperativo negativo

Slide 12 - Tekstslide

Escribir frases
Maak 3 zinnen:

- met de voca van 3.1
evt. met de ww van het extra boekje p. 3-6

- een zin bestaat uit minimaal 5 woorden
- gebruik een presente, een perfecto, een futuro, een gerundio
Lever in in classroom !

Slide 13 - Tekstslide

Deberes
Huiswerkcheck op Donderdag

- C1 ej 30 + C1 Tarea
- indefinido vervoeging - regular
- 3 zinnen met voca 3.1 (inleveren via      classroom)
- voca 2.1-2.2 N-S en S-N

Slide 14 - Tekstslide