(1th) H6 paragraaf 2 deel 2

  • Introductie
  • Uitleg paragraaf 2 blz. 90/91 reliëf en temperatuur, neerslag + BB58
  • maken opdracht 5 t/m 9 paragraaf 2 blz.: 97/98
  • Nabespreken paragraaf 2
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat het verband is tussen het reliëf en de temperatuur
  • wat het verband is tussen het reliëf en de neerslag
  • wat het verband is tussen aanlandige winden en het ontbreken van reliëf
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

  • Introductie
  • Uitleg paragraaf 2 blz. 90/91 reliëf en temperatuur, neerslag + BB58
  • maken opdracht 5 t/m 9 paragraaf 2 blz.: 97/98
  • Nabespreken paragraaf 2
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat het verband is tussen het reliëf en de temperatuur
  • wat het verband is tussen het reliëf en de neerslag
  • wat het verband is tussen aanlandige winden en het ontbreken van reliëf

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

Temperatuur en reliëf
Het reliëf heeft invloed op de temperatuur
De temperatuur gaat per 100 m. met 0,6 °C omlaag
Onthouden: hoe hoger hoe kouder!

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is het kouder boven op een berg? 
Hoger is toch dichter bij de zon?
  • De zon verwarmt niet de lucht maar het aardoppervlak. Lucht neemt bijna geen zonnewarmte op, het aardoppervlak wel. De lucht wordt dus vanaf de grond opgewarmd! Hoe verder je van het aardoppervlak zit, hoe kouder. De zon staat bovendien 150 miljoen kilometer van de aarde... die bergtop maakt niks uit op die afstand.
  • Een andere reden voor de lage temperatuur op de berg is dat de lucht daar dunner is, ook wel ijler genoemd. Er is minder lucht, daardoor is de luchtdruk lager en worden de luchtdeeltjes minder samengedrukt dan onderaan de berg. Hoe minder lucht wordt samengedrukt, hoe kouder het is.  

Slide 5 - Tekstslide

Neerslag en reliëf
  • Een gebergte kan de scheiding vormen tussen een gebied waar het veel regent en een droog gebied.
  • Hoe werkt het?
  • Vochtige lucht van zee moet opstijgen tegen een gebergte. Lucht die opstijgt koelt af (hoe hoger hoe kouder) en het gaat regenen: stuwingsregen

  • De natte kant van een gebergte heet: loefzijde (windkant)
  • Aan de andere kant van het gebergte valt bijna geen neerslag omdat de lucht hier weer daalt. Dalende lucht warmt op, waterdruppels worden weer waterdamp: het is hier droog. We zeggen ook wel dat dit gebied in de regenschaduw ligt.
  • De droge kant van een gebergte heet: lijzijde

Kijk op de volgende dia om de tekening te zien die dit uitlegt.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Reliëf en temperatuur
  • De Noorse kust: Scandinavisch hoogland

  • Temperatuur aan de Noorse kust, wat weten we nog van de vorige lessen?



Slide 8 - Tekstslide

Verder naar het binnenland..
  • Aanlandige winden botsen tegen hooggebergte. In het binnenland heeft de aanlandige wind geen invloed meer.

  • De Noorse havens vriezen in de winter niet dicht, maar die in Zweden, aan de oostkust, wel.


Slide 9 - Tekstslide

Reliëf en temperatuur
  • Hoog in de bergen van het Scandinavisch hoogland liggen gletsjers en eeuwige sneeuw.

  • Waarom is het eigenlijk kouder boven op een berg? Hoger is toch dichterbij de zon?
  • De zon verwarmt het aardoppervlak. Bij elke 100 m stijging, daalt de temperatuur met 0,6 ºC. = temperatuursgradiënt

Slide 10 - Tekstslide

Kijk eens naar de neerslag kaart links (gemiddelde jaarlijkse neerslag) en vergelijk dit met de topografie in Europa. Herken je het verband tussen reliëf en neerslag?

Slide 11 - Tekstslide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 2 reliëf en temperatuur, neerslag + BB58
maken opdracht 5 t/m 9 paragraaf 2 H6
gebruik hierbij:
 leerboek blz. 90/91
werkboek blz. 97/98
zie atlas kaarten volgende pagina's
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

Slide 12 - Tekstslide

vraag 8

Slide 13 - Tekstslide

vraaag 9
vraag 9

Slide 14 - Tekstslide

vraag 9

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel graden koelt het af als je 1500 meter stijgt?
A
5
B
6
C
9
D
12

Slide 16 - Quizvraag

Een gebergte kan neerslag en temperatuur tegenhouden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Loefzijde is hetzelfde als regenschaduw
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

De droge kant van een scheidingsgebergte noemen we: lijzijde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Stuwingsneerslag is neerslag dat opstijgt tegen een gebergte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

De havens in Zweden vriezen dicht in de winter en de havens in Noorwegen niet. Hoe kan dat?
A
De Zweedse havens liggen veel hoger
B
De Zweedse havens liggen achter een gebergte, daar is het kouder
C
De Noorse havens profiteren van de warme Golfstroom
D
De Noorse havens zijn kleiner

Slide 21 - Quizvraag