Argus Clou thema 1 les 5 grotgoden en tempelgoden

grotgoden en tempelgoden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

grotgoden en tempelgoden

Slide 1 - Tekstslide

doel van deze les
Je kent de volgende woorden:
  • ritueel
  • offerkuil
  • vrouwenfiguur
  • rotsschildering
  • meergodendom
  • huisaltaar
  • tempel
  • mythe
  • synagoge
  • keizer Constatijn / Christendom


Slide 2 - Tekstslide

Geloofden de Romeinen en Germanen in 1 of meerdere goden?
A
Ze hadden overal een aparte god of godin voor
B
Er was maar 1 oppergod

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Het christendom gelooft in meerdere goden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Rotsschilderingen

Slide 5 - Tekstslide

Wat is er teruggevonden in de grotten in Zuid-Frankrijk en Spanje?
A
stenen met letters en rotsschilderingen
B
sieraden van botten en beeldjes van vrouwenfiguren
C
dierenhuiden en sieraden van botten
D
rotsschilderingen en beeldjes van vrouwenfiguren

Slide 6 - Quizvraag

Wat kan je niet weten door de ontdekking van de rotsschilderingen in Lascaux?
A
Welke dieren er vroeger in Frankrijk leefden.
B
Welk materiaal werd gebruikt om te schilderen.
C
Hoe mensen vroeger over deze schilderingen dachten.
D
De mensen konden toen goed tekenen.

Slide 7 - Quizvraag

Germanen

Slide 8 - Tekstslide

Waarom hadden de Germanen zoveel goden?
Heb je er weleens bij stilgestaan hoeveel jij weet over de tijd, de seizoenen, de natuur, het weer en de planeten? 

Bedenk eens hoe het geweest moet zijn voor de Germanen die al die kennis nog niet hadden. Het weer, bliksem, een maansverduistering, ze snapten er weinig van.
Een god of godin die voor iets zorgt, is dan een goede verklaring voor dingen die we niet snappen. 

Slide 9 - Tekstslide

Net als de Romeinen geloven de Germanen in goden. Machtige wezens die overal voor kunnen zorgen, zoals het weer en of iemand zal sterven of blijven leven. 
Donar
Freya
Wodan
God van het weer 
godin van liefde en vruchtbaarheid
oppergod

Slide 10 - Sleepvraag

Wat uit de tijd van de Germanen
gebruiken wij nu nog?

Slide 11 - Woordweb

Hoe heet het heilige huis
(gebedshuis) van de joden?
A
kerk
B
moskee
C
tempel
D
synagoge

Slide 12 - Quizvraag

Welke groepen gelovigen werden door de Romeinen vervolgd?
Joden
Christenen
Moslims
Germanen
Hindoes

Slide 13 - Sleepvraag

Plaats de zinnen in de goede volgorde. 
Van vroeg naar laat.
Lees alle blokjes goed!
1
2
3
4
5
De Romeinse keizers vervolgen de christenen.
De Romeinen geloven in veel goden en godinnen.
Er ontstaat een nieuw geloof, het Christendom
Christenen weigeren in dienst van het Romeinse leger te gaan, de keizer als een god te vereren én ze betalen geen belasting.
Keizer Constantijn maakt het christendom tot de belangrijkste godsdienst.

Slide 14 - Sleepvraag

Waarom vervolgden de Romeinen
de christenen?
A
Zij vereerden de Romeinse keizer niet als god.
B
Ze betaalden de keizer geen belasting.
C
Christenen wilden niet meevechten in het leger van de keizer.
D
Christenen woonden niet in het Romeinse Rijk

Slide 15 - Quizvraag

Waarom vonden de Romeinen Jezus gevaarlijk?
A
Omdat Jezus grote gebieden veroverde
B
Omdat Jezus steeds meer aanhangers kreeg
C
Omdat Jezus keizer wilde worden
D
Omdat Jezus een groot leger had

Slide 16 - Quizvraag

Keizer Constantijn
De Romeinse keizer Constantijn is ontzettend belangrijk voor het Christendom. Hij begint in Jezus te geloven. Sterker nog, hij maakt het Christendom verplicht in het Romeinse Rijk! Weg met Zeus, Jupiter en al die goden! Hij bouwt kerken en bepaald dat overal zondag een rustdag moet worden. En wie dat niet doet of wil, krijgt met het Romeinse leger te maken! 

Slide 17 - Tekstslide

Waarom zag keizer Constantijn de christenen nu anders dan zijn voorgangers?
A
De christenen aanbeden hem als keizer wel
B
Hij had een droom gehad waarin god vertelde hoe hij een slag kon winnen
C
Hij vond nu ook de Romeinen stom
D
Het leverde hem meer geld op

Slide 18 - Quizvraag

MAKEN

Opdrachten 1 tot en met 4
in je werkboek van les 5
(blz 16 en 17)

Slide 19 - Tekstslide