Lesplan 1 Psycholinguïstiek

Wat is taal?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is taal?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is taal?
Schrijf op wat er in je opkomt. Niks is fout.

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
  • Leerlingen kunnen omschrijven wat taal is.
  • Leerlingen kunnen benoemen welke overeenkomsten en welke verschillen er zijn tussen gesproken taal en gebarentaal.
  • Leerlingen kunnen benoemen hoe dieren met elkaar communiceren. 

Slide 4 - Tekstslide

Soorten talen
  • Dierentalen
  • Natuurlijke mensentalen 

Slide 5 - Tekstslide

Dierentaal

Slide 6 - Tekstslide

Dierentaal
Dieren 'praten' niet, maar communiceren wel met elkaar.

Waarom communiceren dieren?
Hoe kunnen ze met elkaar communiceren?
Welke boodschap zouden ze kunnen overbrengen aan elkaar?


Slide 7 - Tekstslide

Taal van een kat

Slide 8 - Tekstslide

https://www.youtube.com/shorts/ulSiWcHV2yI

Slide 9 - Tekstslide

Natuurlijke mensentalen

Slide 10 - Tekstslide

Filmpje
We kijken eerst naar dit filmpje zonder geluid.

Waar denk je dat dit filmpje over gaat?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Filmpje
...en nu met geluid.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Filmpje
Klopte je voorspelling?

Slide 15 - Tekstslide

Gesproken taal en gebarentaal
Gesproken taal: gebruik van tong, lippen en stembanden om taal te produceren en het oor om taal te horen.

Gebarentaal: gebruik van handen om taal te produceren en van het oog om te zien.

Slide 16 - Tekstslide

Gesproken taal

Slide 17 - Tekstslide

Gebarentaal
Spel je naam
in gebarentaal!

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht

Keuzemogelijkheid 1: Wat is taal?

Keuzemogelijkheid 2: Verdiep je in gebarentaal.

Slide 19 - Tekstslide

Er wordt onder andere gecommuniceerd door middel van geluid, aanraking en geur.
Bij de communicatie wordt vooral gebruik gemaakt van visuele middelen.
Dierentaal
Gesproken taal
Gebarentaal
Je maakt gebruik van tong, lippen en stembanden.

Slide 20 - Sleepvraag