6.4 Elektriciteit in huis

6.4 Elektriciteit in huis
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6.4 Elektriciteit in huis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor vandaag
  • Uitleg bij 6.4 
  • Opdrachten maken bij 6.4
  • Quiz
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 6.4 
Je leert: 
  • Welke onderdelen de elektrische installatie thuis heeft
  • Hoe je thuis veilig met elektriciteit omgaat  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de huisinstallatie?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de huisinstallatie?
Een huisinstallatie is de elektrische installatie in huis. 

Het energiebedrijf (Elmar) levert de elektrische energie. 

Via de meterkast komt de elektrische energie het huis naar binnen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energiebedrijf
Meterkast

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen
Stroom loopt via verschillende onderdelen vanuit de energiebedrijf naar je huis

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroom komt vanuit elektriciteitscentrale (Elmar)de hoofdkabel binnen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daarna loopt stroom door de energiemeter
Dit meet hoeveel elektrische energie je huis gebruikt (kWh meter)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daarna loopt stroom door aardlekschakelaar
(safety measurement)
Controleert de hele tijd of er evenveel stroom in als uit gaat. (dus dat de stroom niet weg lekt)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zekeringen
(safety measurement)
Beschermt elektrische installatie tegen kortsluiting en overbelasting. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepen
Stroom wordt verdeeld over groepen. Groep verzorgt elektriciteit in deel van een huis. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waartegen beschermt de zekering?
Een zekering (fuse) beschermt tegen:
  • Overbelasting
  • Kortsluiting

Als er overbelasting of kortsluiting is, dan zorgt de zekering ervoor om de stroom uit te schakelen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zekering bij overbelasting
  • Als er teveel apparaten tegelijkertijd aanstaat ontstaat er overbelasting

  • Er gaat dan te veel stroom door een groep
    (stroomsterkte wordt te groot).

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overbelasting
  • Teveel apparaten 
  • Bijvoorbeeld 6 apparaten van 3 A = 18 A

  • Zekering kan 16A aan --> overbelasting 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kortsluiting?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortsluiting

Slide 17 - Tekstslide

Ontstaat ook overbelasting. 
Pas als kortsluiting is verholpen kan je de stroom weer opnieuw inschakelen. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardlekschakelaar
Controleert de hele tijd of er evenveel stroom in als uit gaat. Lekt er wat?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lekstroom
  • Als er stroom uit de stroomkring loopt en via een apparaat of via een mens naar de aarde gaat, dan noem je dat lekstroom.

  • Dit meet de aardlekschakelaar

  • Als er stroom weg lekt, dan schakelt de aardlekschakelaar de stroom uit.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattend
Lekstroom
Kortsluiting
Overbelasting

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar schakel je in huis de spanning uit?
A
In de woonkamer.
B
Vragen aan je stroom leverancier.
C
In de meterkast
D
In de schuur

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel in de meterkast meet
of er stroom 'weg lekt'?
(Klik op de afbeelding voor een vergroting)
A
Elektriciteitsmeter
B
kWH-meter
C
Hoofdschakelaar
D
Aardlekschakelaar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De aardlekschakelaar reageert op een lekstroom.
Wat is een lekstroom?

A
stroom die blijft lopen als een schakelaar uit staat
B
stroom die vanuit de installatie naar de aarde stroomt
C
stroom die van de pluspool naar de minpool stroomt

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de meterkast gaat de zekering van groep 2 kapot.
Hierdoor wordt:
A
alleen de spanning op het defecte apparaat in groep 2 uitgeschakeld.
B
de spanning op alle apparaten in groep 2 uitgeschakeld.
C
de spanning op alle groepen in de meterkast uitgeschakeld.
D
alle apparaten in groep 2 ingeschakeld.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kortsluiting?
A
Als je teveel apparaten aansluit op een groep
B
Als je een apparaat heel kort gebruikt
C
Als de + en de - draad elkaar raken
D
Als je korte stroomdraden gebruikt in plaats van lange.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kortsluiting of overbelasting?
A
Overbelasting
B
Kortsluiting

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies