.
Galgje (woordenschat)
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 8 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Weektaak 2

Onderdelen in deze les

.
Galgje (woordenschat)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.

Dit ga je leren
Bekijk de moeilijke woorden hieronder en speel het spelletje galgje met een klasgenootje.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Woordenschat
het heelal
de ster
Een object in de ruimte dat uit gas bestaat en licht geeft.
de planeet
Grote bol die om de zon heendraait, zoals de aarde.
Wil jij alle planeten onthouden? Maak van acht meter japanse stof uw nachtjapon. Dit is: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.
het melkwegstelstel
Welke sterren in het melkwegstelsel ken jij al?
Bekijk nog een keer wat de moeilijke woorden betekenen. 

Slide 3 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
de ruimtereis
lanceren
Een raket de ruimte in schieten.
De raket werd gelanceerd!

de raket
Een heel groot ding waarin mensen naar de ruimte gebracht kunnen worden.
De raket werd de ruimte in gelanceerd.
verkennen - verkende - verkend
Een nieuwe plek onderzoeken.
De astronaut verkende de omgeving op de maan.
de astronaut(e)
Iemand die de ruimte in gaat, hetzelfde als de ruimtevaarder.
Neil Armstrong was een Amerikaanse astronaut die in 1969 als eerste mens voet op de Maan zette.
suizen - suisde - gesuisd
Snel door de lucht bewegen.
De raket suisde door de ruimte.
testen - testte - getest
Uitproberen.
Elon Musk gaat zijn 'Starship' meerdere keren testen.
terugkeren - keerde terug - teruggekeerd
Teruggaan naar waar je vandaan komt.
De raket keerde na een hele lange tijd terug op aarde.

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
Loop naar de maan
Vergeet het maar.
Loop naar de maan, dat ga ik echt niet doen!
hemel en aarde bewegen
Er alles aan doen om iets gedaan te krijgen.
Hij bewoog hemel en aarde om toch zijn zin te krijgen.

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
dag in, dag uit
Elke dag.
Dag in, dag uit wordt het dag en weer nacht.
de hoofdrolspeler
De belangrijkste rol in een toneelstuk of film spelen.
De drie belangrijkste hoofdrolspelers in dit verhaal zijn de aarde, de zon en jijzelf!
voortdurend
De hele tijd.
Hij bleef voortdurend vragen of hij op zijn Playstation mocht spelen, terwijl zijn moeder al lang had gezegd dat het niet mocht. 
schijnen - scheen - geschenen
Licht geven.
De zon schijnt altijd.
zich iets kunnen voorstellen
In je gedachten een beeld maken van iets / er een voorstelling van maken.
Ik kan me niet voorstellen dat de zon op de Noordpool in de zomer nooit ondergaat. 
Als ... dan ...
Als het stukje aarde waar Nederland op ligt recht op de zon gericht staat, dan is het bij ons dag. 
de baas zijn / bepalen
Degene die de baas is, bepaalt. Hij zegt dat iets zo is.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Galgje spelen!
Kies een woord uit de de moeilijke woorden van deze week. Zet voor elke letter van het woord een puntje. Je klasgenootje probeert het woord te raden dat jij in gedachten hebt door losse letters te raden. Zit de letter in het woord? Dan wordt de letter (op elke plek dat hij in het woord staat) opgeschreven. Raad je klasgenootje het woord voordat het mannetje compleet is? Dan heeft je klasgenootje gewonnen. 

Let op! 
Het mannetje bestaat uit 10 onderdelen. Bepaal zelf hoe het mannetje eruit komt te zien.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Tot de volgende keer!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies