Hart en bloedvaten MD

Hart en bloedvaten
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hart en bloedvaten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
Je kunt beschrijven hoe het hart is opgebouwd en hoe het functioneert.

Je kunt beschrijven welke route bloed in de grote en kleine bloedsomloop aflegt.
Je kunt uitleggen hoe je de drie bestanddelen van het bloed kunt herkennen in een gecentrifugeerd bloedmonster.

Je kunt beschrijven wat de bouw en functie is van bloedplaatjes en van rode en witte bloedcellen.
Je kunt beschrijven wat de bestanddelen zijn van bloedplasma en welke functies deze hebben.
Je kunt beschrijven wat de kenmerken zijn van de verschillende bloedgroepen.
Je kunt uitleggen wat de resusfactor is en welke rol deze kan spelen bij een zwangerschap.
Je kunt opsommen welke bloedgroepen bij bloeddonatie met elkaar kunnen worden gecombineerd.







Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De les

  • Het hart
  • observeren hartslag
  • observeren bloeddruk
  • skills
  • leeropbrengst 
  • afsluiting


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hart (cor)
  • Holle spier

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie
van het hart
rechter boezem
Hier komt het bloed vanuit het lichaam terug in het hart.
Rechterkamer
hier komt het bloed vanuit de rechterboezem en gaat door naar de longslagader
Rechter Hartkleppen
De hartkleppen zorgen ervoor dat het bloed niet terug stroomt naar de rechter boezem
Bovenste holle ader
vanuit hier komt het zuurstofarme bloed vanuit het lichaam en gaat naar de rechterboezem.
Linker longader
Het bloed komt vanuit de longen via de longader naar de linkerboezem.
onderste holle ader
vanuit hier komt het zuurstofarme bloed vanuit het lichaam en gaat naar de rechterboezem.
Longslagader
hier komt het zuurstofarmebloed vanuit de rechterkamer en gaat naar de longen.
Linkerkamer
Het zuurtstofrijke bloed komt vanuit de linkerboezem naar de rechterkamer en via de rechterkamer gaat het naar de aorta
Linkerboezem
Het zuurstofrijke bloed komt vanuit de longen, via de longader in het hart terecht. Het komt het hart binnen via de linkerboezem.
hartklep
De pulmonarisklep zorgt ervoor dat het zuurstofarmebloed niet terugstroomt uit de longslagader naar de rechterkamer.
Aorta
Het zuurtstofrijke bloed komt vanuit de linkerkamer in de aorta (levensslagader). en zal het bloed via de slagaders naar de rest van het lichaam brengen.
Rechter longader
Vanuit de rechter longaders komt het zuurstofrijkebloed vanuit de longen en gaat naar de linkerkamer.

Slide 5 - Tekstslide

Sleepvraag van maken?
Even een tekening erbij ter verduidelijking 
(met pijltjes)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





  • Bij elke hartslag trekken de boezems samen 
  • De kleppen naar de kamers gaan open 
  • De kamerwandspieren verslappen
  • Bloed uit de boezems stroomt naar de kamers
  • De spieren van de kamerwand trekken zich samen





  • De spieren van de boezems verslappen
  • De kleppen tussen de boezems en kamers sluiten zich
  • De rechterkamer pompt zuurstofarm bloed naar de longslagader, die zich vertakt naar de longen
  • De linkerkamer pompt zuurstofrijk bloed in de aorta of lichaamsslagader

Werking van het hart

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5
6
7
8
9
Bij elke hartslag trekken de boezems samen 
De kleppen naar de kamers gaan open
De kamerwandspieren verslappen
Bloed uit de boezems stroomt naar de kamers
De spieren van de kamerwand trekken zich samen
De spieren van de boezems verslappen
De kleppen tussen de boezems en kamers sluiten zich
De rechterkamer pompt zuurstofarm bloed naar de longslagader, die zich vertakt naar de longen
De linkerkamer pompt zuurstofrijk bloed in de aorta of lichaamsslagader

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Hiervan een interactieve opdracht maken voor studenten?
Wat weet je allemaal van de kleine bloedsomloop?

Slide 10 - Open vraag

De kleine bloedsomloop voegt zuurstof toe aan je bloed. Eerst stroomt het zuurstofarme bloed je hart binnen. Dan stroomt het bloed via de rechterhartkamer en de longslagader naar je longen. Daar geeft je bloed koolzuur af en neemt het zuurstof op. Dit zuurstofrijke bloed stroomt vervolgens via je longader terug naar de linkerkamer van het hart.
Wat weet je allemaal van de grote bloedsomloop?

Slide 11 - Open vraag

De grote bloedsomloop verspreidt het zuurstofrijke bloed naar de rest van je lichaam. Je linkerhartkamer pompt het bloed in je grote lichaamsslagader, ook wel aorta genoemd. De aorta heeft allerlei vertakkingen waardoor het bloed overal in je lichaam kan komen. Van je hersenen tot in je tenen. Jouw bloed is in feite een soort rivier: het brengt zuurstof en voedingsstoffen naar de organen en haalt afvalstoffen op.
Het zuurstofarme bloed stroomt via de aders terug naar het hart en daar begint het proces in dezelfde volgorde, opnieuw.
Observeren van de hartslag

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan kun je de hartslag meten?
A
slaapslagader
B
liesslagader
C
halsslagader
D
polsslagader

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat observeer je bij het meten van de hartslag?
A
Ritme, spanning en volume, druk en warmte
B
Frequentie, ritme, warmte en gelijkmatigheid
C
Ritme, warmte, spanning en volume en gelijkmatigheid
D
Frequentie, ritme, gelijkmatigheid, spanning en volume.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hartfrequentie
  • Je observeert het aantal harstslagen per minuut
  • Je observeert de hartslag in rusttoestand


Een gemiddelde hartslag is bij:
  • pasgeborene: 120 – 140
  • kinderen (de frequentie hangt af van de leeftijd) hoger dan bij een volwassene
  •  volwassene 60 – 90

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan denk je bij een
afwijkende hartfrequentie?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Afwijkende hartfrequentie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Ik weet even niet wat ik hier nog mee kan doen. Jij een idee?

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Observeren hartslag
Uitvoeren vaardigheid:
  • vijftien seconden observeren door palpatie
  • resultaat vermenigvuldigen met vier
  • resultaat is de hartfrequentie per minuut
Benodigdheden om vaardigheid uit te voeren:
  • horloge met secondewijzer, stopwatch of een polsteller
Rapportage hartfrequentie: 
  • In zorgdossier van zorgvrager, tijd, houding, waarde, irregulair/regulair, je naam
  • Mondeling naar collega’s en/of arts



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bloeddruk

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  • Bovendruk (systolische druk): heerst in de slagaders als het hart bloed in de aorta pompt

  • Onderdruk (diastolische druk): heerst in de slagaders als het hart zich in de ontspanningsfase bevindt
  • Hypertensie: dan spreken wen van een hoge bloeddruk


  • Hypotensie: dan spreken we van een lage bloeddruk

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redenen om de
bloeddruk te meten?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klokbloeddrukmeter 
met stethoscoop 

Digitale bloeddrukmeter

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke materialen heb je volgens het vilans protocol nodig bij het meten van de bloeddruk?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:40
Hoe controleer je de bloeddrukmeter?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hartslag meten
Bloeddruk meten

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leeropbrengst?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt en tot de volgende keer

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bloeddruk kun je meten om verschillende redenen:

  • de zorgvrager heeft een lage bloeddruk
  • de zorgvrager heeft een hoge bloeddruk
  • bij gebruik van bepaalde medicijnen
  • de zorgvrager volgt een dieet
  • de zorgvrager wordt opgenomen in een zorginstelling

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

je kunt hier een interactieve video van maken door een vraag tussendoor te stellen.