mavo 3 - periode 4 ex.idioom chapitre 8

Bienvenue Mavo 3!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue Mavo 3!

Slide 1 - Tekstslide

PROGRAMME
Examenidioom chapitre 8



Aan het eind van de les:
- ken ik Franse woorden die te maken heeft met hobby's en sport;
- kan ik feitelijke informatie uit een leestekst halen;

Slide 2 - Tekstslide

Les loisirs et le sport
Examenidioom chapitre 7 - le transport et les voyages 
Examenidioom chapitre 8 - les loisirs et le sport

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent het woord « loisirs » ?

Slide 4 - Open vraag

Welke woorden ken je al mbt « les loisirs et le sport » ?

Slide 5 - Woordweb

tenter
A
proberen
B
een gids
C
zich vervelen
D
springen

Slide 6 - Quizvraag

sauter
A
de televisiezender
B
een gids
C
zich vervelen
D
springen

Slide 7 - Quizvraag

un guide
A
de televisiezender
B
een gids
C
zich vervelen
D
een tocht, een trektocht

Slide 8 - Quizvraag

un alpiniste
A
de televisiezender
B
een bergbeklimmer
C
zich vervelen
D
een tocht, een trektocht

Slide 9 - Quizvraag

s'ennuyer
A
de televisiezender
B
aanzetten, aandoen
C
zich vervelen
D
een tocht, een trektocht

Slide 10 - Quizvraag

la chaîne
A
de televisiezender
B
aanzetten, aandoen
C
een vaste gast
D
een tocht, een trektocht

Slide 11 - Quizvraag

Les loisirs et le sport
  1. un habitué
  2. une randonnée
  3. vaincre
  4. une émission
  5. allumer
  6. une promenade
  7. participer à 
  8. le cyclisme
  9. assister à
  10. plaisanter
  11. le concours
  12. battre

  1. het wielrennen
  2. verslaan
  3. deelnemen aan, meedoen
  4. een wandeling
  5. een vaste gast
  6. verslaan, overwinnen
  7. aanzetten, aandoen
  8. aanwezig zijn
  9. grappen maken
  10. de wedstrijd
  11. een tocht, een trektocht
  12. een (televisie) uitzending

timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Les loisirs et le sport
un habitué
une randonnée
vaincre
une émission
allumer
une promenade
participer à 
le cyclisme
assister à
plaisanter
le concours
battre

een vaste gast
een tocht, een trektocht
verslaan, overwinnen
een (televisie) uitzending
aanzetten, aandoen
een wandeling
deelnemen aan, meedoen
het wielrennen
aanwezig zijn
grappen maken
de wedstrijd
verslaan

Slide 13 - Tekstslide

Les loisirs et le sport
  1. le stade
  2. un arbitre
  3. la défense
  4. tirer
  5. l'équipe
  6. perdre
  7. gagner
  8. pousser
  9. une interruption
  10. remplacer
  11. rejeter
  12. célèbre

  1. teruggooien
  2. schieten
  3. beroemd
  4. verliezen
  5. een onderbreking
  6. het stadion
  7. duwen
  8. een scheidsrechter
  9. het eam
  10. winnen
  11. vervangen
  12. de verdediging
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Les loisirs et le sport
le stade
un arbitre
la défense
tirer
l'équipe
perdre
gagner
pousser
une interruption
remplacer
rejeter
célèbre

het stadion
een scheidsrechter
de verdediging
schieten
het team
verliezen
winnen
duwen
een onderbreking
vervangen
teruggooien
beroemd

Slide 15 - Tekstslide

Choisis le bon mot.

Quelle ______________ de foot joue le mieux selon toi?
A
spectateur
B
équipe
C
membre
D
la défense

Slide 16 - Quizvraag

Choisis le bon mot.

Je n'aime pas ______________ . Je suis trop fanatique.
A
remplacer
B
encourager
C
perdre
D
vaincre

Slide 17 - Quizvraag

Choisis le bon mot.

Demain, nous allons ______________ un concert de mon chanteur favori.
A
avoir lieu
B
allumer
C
encourager
D
assister à

Slide 18 - Quizvraag

Choisis le bon mot.

Il est temps de ______________ le pneu de mon vélo.

*le pneu = de band
A
remplacer
B
allumer
C
encourager
D
vaincre

Slide 19 - Quizvraag

Choisis le bon mot.

Tout le monde est venu pour ______________ les cyclistes au mont Ventoux.
A
le concours
B
allumer
C
encourager
D
vaincre

Slide 20 - Quizvraag

Examenidioom
la piscine
gagner
perdre
l'équipe
tirer
le stade

Kies steeds 1 woord en maak daar een kloppende, Franse zin mee.

1. ...
2. ...
3. ...

Slide 21 - Tekstslide

AU TRAVAIL


Examenidioom - chapitre 8

Slide 22 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Welke oplossing hoort bij welk raadsel?
Let op: je houdt één (foute) oplossing over.
a une grenouille
b un lit
c un parapluie
d un timbre
e la pêche

Slide 23 - Tekstslide

Texte 2
Vraag 2: De aanwijzingen (a, b, c, d) in het recept voor 
minirolletjes staan doorelkaar. De laatste aanwijzing 
van het recept (e) staat al op de goede plek.

Schrijf de letters (a, b, c, d) in de juiste volgorde.
timer
2:00

Slide 24 - Tekstslide

Texte 2
Vraag 2: De aanwijzingen (a, b, c, d) in het recept voor 
minirolletjes staan doorelkaar. De laatste aanwijzing 
van het recept (e) staat al op de goede plek.

Schrijf de letters (a, b, c, d) in de juiste volgorde.

B - D - A - C
timer
2:00

Slide 25 - Tekstslide

Parler
Formulez des questions avec les infos ci-dessous:
  • nom
  • age
  • anniversaire
  • domicile
  • famille
  • classe
  • matière préférée
  • matière détestée
  • sport

Slide 26 - Tekstslide

Texte 3
Vraag 3: Waarom hebben twee jonge ontwerpers uit Nederland kartonnen tenten
bedacht die voor 100% geschikt zijn voor recycling? (eerste alinea)
Vul de volgende zin aan in de uitwerkbijlage:
Deze tenten zijn bedacht om te voorkomen dat er na afloop van een
festival milieubelastende …

Vraag 4: Karton is goedkoop materiaal en weegt niet veel.
Noem twee andere voordelen van kartonnen tenten (alinea 2).

Vraag 5: Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de
laatste alinea.
  1. Kartonnen tenten bieden bescherming aan de festivalgangers, zelfs wanneer
    het hard regent.
  2. De twee Nederlandse ontwerpers vragen op hun website 15 euro per tent.
timer
5:00

Slide 27 - Tekstslide

Texte 3
Vraag 3: Waarom hebben twee jonge ontwerpers uit Nederland kartonnen tenten
bedacht die voor 100% geschikt zijn voor recycling? (eerste alinea)
(Deze tenten zijn bedacht om te voorkomen dat er na afloop van een
festival milieubelastende) troep/afval achterblijft / tenten worden
weggegooid/achtergelaten. 

Vraag 4: Karton is goedkoop materiaal en weegt niet veel.
  1. ze beschermen tegen kou
  2. ze zijn makkelijk uit te delen
  3. je kunt je naam op de tent/erop zetten (zodat je je tent makkelijk kunt
    (terug)vinden)
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

Texte 4
Vraag 6: Waarom plaatst Judy de luiaards uit haar
opvangcentrum 
niet meer terug in de natuur?
A Ze hebben niet geleerd om zelf op zoek te gaan naar eten.
B Ze vormen in Costa Rica een bedreigde diersoort.
C Ze worden gebruikt voor onderzoek naar hun gedrag.
D Ze zijn al te zeer gehecht aan mensen. 
timer
1:00

Slide 29 - Tekstslide