Present Simple

Present Simple
In dit onderdeel moet je verschillende vormen van de Tegenwoordige Tijd kennen

Er zijn drie onderdelen die van je gevraagd gaan worden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Present Simple
In dit onderdeel moet je verschillende vormen van de Tegenwoordige Tijd kennen

Er zijn drie onderdelen die van je gevraagd gaan worden

Slide 1 - Tekstslide

Present Simple
1) Shit-regel
2) vormen van 'to be'
3) vormen van 'to have'

Dit krijg je door elkaar op de toets

Slide 2 - Tekstslide

De SHIT-REGEL
SHIT-Regel
Er komt een -s achter het werkwoord bij She, He, IT
I work
She works
He works
We work
You WORK

Slide 3 - Tekstslide

You ........ English, right? (learn)
A
learn
B
learns
C
learning
D
learned

Slide 4 - Quizvraag

Rosanne ........ mostly about tragedy (sing)
A
sing
B
sings
C
singing
D
sang

Slide 5 - Quizvraag

2) vormen van 'to be' (zijn)
I Am
She/He/It is
We/You/They are
Wil je een zin ontkennend maken dan zet je not achter vorm van to be (am/are/is)
Wil je een zin vragend maken dan wissel je de persoonsvormen met het werkwoord 'zijn' om

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld van ontkenning

I am a Frisian boy
I am not a Frisian boy

We are loud
We are not loud
Voorbeeld van een vraagzin

She is angry
Is she angry?

Peter and Frank are in Ireland
Are Peter and Frank in Ireland?

Slide 7 - Tekstslide

Is de ontkenning hier goed gebruikt?
I am working not on my homework
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Maak een zin met een ontkenning er in. Gebruik hierin ook de vormen van 'to be'

Slide 9 - Open vraag

Maak nu een vraagzin met de vormen van 'to be' er in

Slide 10 - Open vraag

3)Vormen van 'to have' (hebben)
I/ We/ You/ They have 
She/He/It has 

Je geeft aan dat je iets hebt. Bijvoorbeeld:
I have a dog and two cats
I have an apple
I have a headache

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld van een ontkenning

I have an Iphone
I have not an Iphone

He has a brother
He has not a brother
Voorbeeld van een vraagzin

We have English class right now
Have we got English class right now?

She has an aunt
Has she an aunt?

Slide 12 - Tekstslide

Is in onderstaande zin de ontkenning juist gebruikt?
I haven't got a brother or sister
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Wat moet op de stippellijn?
It ......... three legs instead of four (to have)
A
have
B
has
C
Having
D
Hasing

Slide 14 - Quizvraag

Present Simple
1) Shit-regel
2) vormen van 'to be'
3) vormen van 'to have'

Dit krijg je door elkaar op de toets

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer is de toets?

Donderdag 9 november
Het 5de uur

Toets is op papier
Wat moet je leren?

* Woordjes
* Grammatica:
- Meervoud
- Wederkerende Voornaamwoorden
- Present Simple

Slide 16 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
Leren voor de toets. 

De volgende les hebben we de oefentoets

Laatste kans dan om zaken op orde te krijgen of nog de laatste vragen te stellen

Slide 17 - Tekstslide