Verbo gustar

iBUENOS DÍAS!
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

iBUENOS DÍAS!

Slide 1 - Tekstslide

Programa
1.  Controlar deberes
Conocer ww GUSTAR
3. Oefenen zinnen schrijven met gustar
4. Deberes

Slide 2 - Tekstslide

VERBO GUSTAR
---VERBO GUSTAR---

Slide 3 - Tekstslide

La objetivo de la clase=het doel van de les
Kennis maken met het werkwoord GUSTAR

Aan het einde van de les:
Jullie kunnen zinnen maken met GUSTAR

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekend gustar / vervoeging 

Slide 5 - Tekstslide

wanneer gebruik je gusta of gustan?

Slide 6 - Tekstslide

Más ejemplos

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

andere werkwoorden zoals GUSTAR

Slide 9 - Tekstslide

Maakt een zin

Slide 10 - Tekstslide

Tarea=opdracht
hacer el ejercicio 4 y 5 in tweetallen in je boek
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

?
Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 12 - Tekstslide

Repaso de Gustar

Slide 13 - Tekstslide

La objetivo de la clase=het doel van de les
Repaso(herhaling) van het werkwoord GUSTAR

Aan het einde van de les:
Jullie kunnen zinnen maken met GUSTAR

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Más ejemplos

Slide 16 - Tekstslide

Lessonup
Hacer ejercicios

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent gustar?
A
leuk vinden
B
houden van
C
lekker vinden
D
alle drie

Slide 18 - Quizvraag

Me gusta el chocolate

Slide 19 - Tekstslide

Of het gusta of gustan moet zijn, hangt af van:
A
de persoon die iets mooi/leuk/lekker vindt
B
wat het onderwerp van de zin mooi/leuk/lekker vindt

Slide 20 - Quizvraag

Nos gusta el chocolate
Te gustan las motos

Slide 21 - Tekstslide

De woordvolgorde in zinnen met gustar kan:
A
op één manier
B
op twéé manieren

Slide 22 - Quizvraag

Te gusta el chocolate
El chocolate te gusta

Slide 23 - Tekstslide

In een ontkennende zin zet je no:
A
voor "me, te, le"
B
tussen "me, te, le" en gustar

Slide 24 - Quizvraag

No le gusta el chocolate
El chocolate no le gusta

Slide 25 - Tekstslide

LET OP!
Je gebruikt "gustar" in het enkelvoud als er 
een heel werkwoord na het werkwoord "gustar"staat.
- Me gusta ir a las tiendas -

Slide 26 - Tekstslide

EJERCICIO
Koppel de vormen van het werkwoord "gustar" met 
de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 27 - Tekstslide

El verbo gustar
Sleep het Spaanse woord naar de Nederlandse vertaling. 
yo
él/ella
le
me
te

Slide 28 - Sleepvraag

EJERCICIO
Koppel de werkwoord "gustar" in meervoud of enkelvoud 
met het onderwerp.

Slide 29 - Tekstslide

El verbo gustar
Sleep het Spaanse woord naar de Nederlandse vertaling. 
escuchar música
el chocolate
los gatos
la pizza
las albóndigas
la guitarra
gustan
gusta
gusta
gustan
gusta
gusta

Slide 30 - Sleepvraag

Tarea
Welke vorm van gustar ontbreekt?

Slide 31 - Tekstslide


Me ____(gustar)____ los hoteles.

Slide 32 - Open vraag


Nos ____(gustar)____ la sandía.

Slide 33 - Open vraag


¿Te ____(gustar)____ ir de compras?

Slide 34 - Open vraag


¿Os ____(gustar)____ la pizza?

Slide 35 - Open vraag


¿Te ____(gustar)____ las canciones románticas?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Video

Maak een zin met "gustar".
(me-te-le-nos-os-les)

Slide 38 - Open vraag

Qué has aprendido=Wat heb je geleerd?

Slide 39 - Tekstslide

Deberes
Hacer los ejercicios de gustar en lifo huiswerk 

Slide 40 - Tekstslide