Cursus 7.4

Cursus 7.4
Rechten
en plichten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Cursus 7.4
Rechten
en plichten

Slide 1 - Tekstslide

Weet je nog?
Kies het goede antwoord.
A
Waterwegen zijn geen infrastructuur. & Er is een fileprobleem door de vele auto's.
B
Er moeten meer huizen komen door de lagere woningbezetting. & In een structuurvisie staan hoofdzaken voor het beleid voor de toekomst.
C
In een bestemmingsplan staat waar wel of niet gebouwd mag worden. & Inspraak is als je je mening wilt geven over plannen.
D
Ruimtelijke ordening zijn plannen voor inrichting van ruimte. & Een scenario is dat er in 2040 minder woningen zullen zijn.

Slide 2 - Quizvraag

Wat ga je leren?
In onze democratie heb je vrijheid, maar ook rechten en plichten. Dit ga je leren:

  1. Je leert wat rechten en plichten zijn.
  2. Je leert waarom mensen in de jaren 1960 meer individuele vrijheid wilden.
  3. Je leert welke kenmerken bij individuele vrijheid horen. 
  4. Je leert wat een multiculturele samenleving is. 
  5. Je leert over de emancipatie van vrouwen
  6. Je leert wat asociaal gedrag is. 

Slide 3 - Tekstslide

Rechten en plichten
De regering maakt wetten en regels. Iedereen moet zich aan de wetten houden, dus je hebt de plicht om je aan de wet te houden (het moet). 
Ook heb je recht om bijvoorbeeld te stemmen (het mag). 

De politie controleert of iedereen zich aan de wet houdt. Maar mensen kunnen ook op elkaar letten. Je kunt iets zeggen als iemand afval op straat gooit. Dit noem je sociale controle

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de blauwe hokjes naar de goede rode hokjes. Is het dus een recht of plicht?
Recht
Plicht

Stoppen bij een rood stoplicht

Je mag geloven wat je wilt

Demonstreren

Belasting betalen

Slide 5 - Sleepvraag

Noem 2 rechten die jij
belangrijk vindt.

Slide 6 - Woordweb

1960
In 1960 was er veel sociale controle. Mensen letten dus goed op elkaar. 

Toch wilden steeds meer mensen een verandering. Ze wilden minder sociale controle.

Er kwam steeds meer kritiek op de maatschappij.

Slide 7 - Tekstslide

1960
Vooral jongeren wilden meer vrijheid om dingen zelf te bepalen. Dit is individuele vrijheid

Jongens hadden bijvoorbeeld lang haar en meiden droegen spijkerbroeken. 

Deze jongeren zijn hippies

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Waarom kwam er steeds meer kritiek op de maatschappij in de jaren 1960?

Slide 10 - Open vraag

Sleep de blauwe hokjes naar de goede rode hokjes. Hoort het wel of niet bij individuele vrijheid?
Wel 
Niet 

Demonstreren

Niet alles mogen zeggen

Recht op privacy

Zelf kiezen op wie je stemt

Slide 11 - Sleepvraag

Multiculturele samenleving
Vanaf 1960 kwamen er ook gastarbeiders in Nederland. Zij kwamen bijvoorbeeld uit Turkije en Marokko. 

Er kwam dus een multiculturele samenleving waar ruimte is voor verschillende culturen.

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding op de vorige slide. Waarom is dit multicultureel?

Slide 13 - Open vraag

Vrouwenrechten
Vanaf 1919 konden vrouwen ook stemmen, maar er waren toch nog veel verschillen in rechten tussen mannen en vrouwen. 
Vrouwen moesten voor de kinderen en het huishouden zorgen. Ze konden dus niet gaan werken. Maar veel vrouwen wilden dit niet meer.

Ze gingen demonstreren en eisten gelijke rechten en kansen. Ze wilden dus emancipatie van vrouwen (gelijke rechten en kansen). 
Een voorbeeld van zo'n actiegroep zijn de Dolle Mina's. 

Slide 14 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat emancipatie is.

Slide 15 - Open vraag

Vind jij dat vrouwen nu dezelfde rechten en kansen hebben als mannen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Asociaal of niet?
In de jaren 1960 is veel gestreden voor vrijheid. 
Vrijheid is belangrijk, maar dat betekent niet dat je alles mag zeggen of doen wat je wilt. 

Als je geen rekening houdt met andere mensen, of ze daar last mee bezorgt, dan gedraag je je asociaal

Slide 17 - Tekstslide

Even kijken of je het snapt.
Kies het goede antwoord.
A
Een recht is als je iets mag. & In de jaren 1960 kwam er steeds meer kritiek door de sociale controle.
B
Individuele vrijheid is als je iets zelf mag bepalen. & Emancipatie is geen gelijke rechten en kansen.
C
Asociaal gedrag is niet goed. & Een plicht is als je iets mag.
D
Multiculturele samenleving is waar ruimte is voor verschillende culturen. & Vrouwen wilden altijd voor het huishouden zorgen.

Slide 18 - Quizvraag

Volgende keer
De volgende keer beginnen we met Hoofdstuk 8: de wereld is een dorp

Cursus 8.1 gaat over televisie en computer.

Slide 19 - Tekstslide