Taalverzorging 4 + 7 + 9 les 11

Nederlands
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

huiswerk bespreken
zins- en alineaverbanden

Slide 3 - Tekstslide

Toets in de toetsweek
Taalverzorging blok 4, 7 en 9

Grammatica zinsontleding: persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp, zin in zinsdelen verdelen, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling

Grammatica woordbenoemen: werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, zelfstandig- en hulpwerkwoord


Slide 4 - Tekstslide

Toets in de toetsweek
Taalverzorging blok 4, 7 en 9

Spelling: bijvoeglijk naamwoorden, meervouden (zee - zeeën), verkleinwoorden (taxietje), lettergrepen, samenstellingen (dorp + plein = dorpsplein), bezitsvorm (Lucas' iPad), afkortingen (EHBO), apostrof (oma's appeltaart)

Formuleren: formeel en informeel, signaalwoorden, verwijzingen, letterlijk en figuurlijk, beeldspraak

Taalbewustzijn: Standaardnederlands, beeldtaal, woordvorming, samenstellingen en afleidingen


Slide 5 - Tekstslide

De moeder van Noortje heeft vorige week een leuk weekend gehad.

Slide 6 - Tekstslide



Grammatica zinsontleding: persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp, zin in zinsdelen verdelen, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling

Grammatica woordbenoemen: werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, zelfstandig- en hulpwerkwoord


Slide 7 - Tekstslide

Spelling
bijvoeglijk naamwoorden
meervouden 
verkleinwoorden
lettergrepen
samenstellingen 
bezitsvorm 
afkortingen 
apostrof 

Slide 8 - Tekstslide

De ... pinda's zitten nog in een zakje.
A
gezoute
B
gezouten

Slide 9 - Quizvraag

Mijn buren hebben een ... hond gekregen.
A
schattige
B
schattigen

Slide 10 - Quizvraag

Het is een ... vliegtuig.
A
aluminium
B
aluminiumen

Slide 11 - Quizvraag

Het meervoud van cowboy is
A
cowboy's
B
cowboys

Slide 12 - Quizvraag

Het meervoud van het zelfstandig naamwoord 'ski' is
A
skiën
B
ski's

Slide 13 - Quizvraag

Een kleine letter 's' is een
A
sje
B
s-je
C
s'je

Slide 14 - Quizvraag

De appel is van Ties. Het is ... appel.
A
Ties
B
Ties'
C
Ties's
D
Tiessssssss

Slide 15 - Quizvraag

In dit huis woont Max. Het is ... huis.
A
Max
B
Max's
C
Maxs
D
Max'

Slide 16 - Quizvraag

Dit is de tafel van Sophie. Het is ... tafel.
A
Sophies
B
Sophie's

Slide 17 - Quizvraag

Maak een samenstelling met het woord 'lucht'.

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent de afkorting i.p.v?
A
ik parkeer voor
B
in plaats van
C
in parkeervakken
D
in plaats voor

Slide 19 - Quizvraag

Maken
Maak uit je A-boek
vanaf bladzijde 118 opdracht 26 en 28

Maak uit je B-boek
vanaf bladzijde 91 opdracht 15, 16 en 17

Slide 20 - Tekstslide