Klas 1 - H5 Mythen - Paragraaf 3

Zo rond het jaar 100 v.chr. is deze mythe ontstaan in de Noorse mythologie. Vanuit wat nu Noorwegen, Finland en Zweden zijn, zijn deze verhalen in de Germaanse mythologie terecht gekomen (Denemarken, Duitsland, Nederland) en overgenomen.

We zien de invloed van die verhalen ook in ons dagelijkse leven. Denk maar eens aan de namen van sommige dagen van de week:
woensdag > Wodan (andere naam voor Odin = Noors)
donderdag > Donar (andere naam voor Thor = Noors)
vrijdag > Freya (andere naam voor Frigg = Noors)
Andere namen voor dezelfde goden zien we bijvoorbeeld ook bij de oude Grieken en Romeinen.


1.
Zo rond het jaar 100 v.chr. is deze mythe ontstaan in de Noorse mythologie. Vanuit wat nu Noorwegen, Finland en Zweden zijn, zijn deze verhalen in de Germaanse mythologie terecht gekomen (Denemarken, Duitsland, Nederland) en overgenomen.

We zien de invloed van die verhalen ook in ons dagelijkse leven. Denk maar eens aan de namen van sommige dagen van de week:
woensdag > Wodan (andere naam voor Odin = Noors)
donderdag > Donar (andere naam voor Thor = Noors)
vrijdag > Freya (andere naam voor Frigg = Noors)
Andere namen voor dezelfde goden zien we bijvoorbeeld ook bij de oude Grieken en Romeinen.


1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zo rond het jaar 100 v.chr. is deze mythe ontstaan in de Noorse mythologie. Vanuit wat nu Noorwegen, Finland en Zweden zijn, zijn deze verhalen in de Germaanse mythologie terecht gekomen (Denemarken, Duitsland, Nederland) en overgenomen.

We zien de invloed van die verhalen ook in ons dagelijkse leven. Denk maar eens aan de namen van sommige dagen van de week:
woensdag > Wodan (andere naam voor Odin = Noors)
donderdag > Donar (andere naam voor Thor = Noors)
vrijdag > Freya (andere naam voor Frigg = Noors)
Andere namen voor dezelfde goden zien we bijvoorbeeld ook bij de oude Grieken en Romeinen.


1.
Zo rond het jaar 100 v.chr. is deze mythe ontstaan in de Noorse mythologie. Vanuit wat nu Noorwegen, Finland en Zweden zijn, zijn deze verhalen in de Germaanse mythologie terecht gekomen (Denemarken, Duitsland, Nederland) en overgenomen.

We zien de invloed van die verhalen ook in ons dagelijkse leven. Denk maar eens aan de namen van sommige dagen van de week:
woensdag > Wodan (andere naam voor Odin = Noors)
donderdag > Donar (andere naam voor Thor = Noors)
vrijdag > Freya (andere naam voor Frigg = Noors)
Andere namen voor dezelfde goden zien we bijvoorbeeld ook bij de oude Grieken en Romeinen.


Slide 1 - Tekstslide

2.
Thor is de god van de donder: wanneer hij met zijn hamer (Mjollnir) zwaait, zouden mensen de donder horen rollen. 

In dit verhaal is zijn hamer gestolen door de reuzenkoning Trym. Thor voert met zijn vriend Loki een list uit om zijn hamer terug te krijgen en Trym voor schut te zetten voor de hele wereld.

Thor is dus de goddelijke held in dit verhaal: hij wil de wereld beschermen tegen het kwaad, dit kan hij het beste doen met zijn onoverwinnelijke hamer.

Slide 2 - Tekstslide

3.
Zij zijn de boosdoeners: ze jatten de hamer om als onderpand te dienen voor een ruil. Thor krijgt zijn hamer terug als Trym mag trouwen met Freya (de mooiste godin: haar schoonheid bracht haar wel vaker in de problemen).

Slide 3 - Tekstslide

4.
Dat zij beschermd werden door Thor en zijn hamer: iedere keer als het onweerde, wisten de mensen dat ze niet bang hoefden te zijn. Thor was dan in gevecht met het kwaad wat de mensenwereld belaagde. En Thor won natuurlijk altijd, zeker wanneer hij hulp kreeg van zijn vrienden en mede-goden.

Slide 4 - Tekstslide

5.
Feitelijk gezien waarschijnlijk niet: we hebben in ieder geval geen bewijzen voor dit verhaal, noch voor het bestaan van goden.

 
Symbolisch gezien zit ook hier natuurlijk weer een soort waarheid in: de mythe verklaart waarom het dondert (Thor beschermt de wereld met zijn hamer) en dat het soms beter is om slim te zijn dan alleen maar sterk (eigenlijk wint Thor door de list die Loki heeft verzonnen).

Slide 5 - Tekstslide

6.
Deze mythe kan ons nog uitleggen dat het idee van goed en kwaad al eeuwenlang bestaat. Tot op de dag van vandaag hebben we als mens de neiging om de wereld in te delen: in de ‘goeien’ en de ‘slechten’. Denk bijvoorbeeld aan de propaganda die in oorlogstijd wordt gebruikt: je laat de tegenstander natuurlijk niet als held zien, want dat ben je zelf! (de trollen en reuzen vertellen waarschijnlijk een ander verhaal)

Bovendien laat deze mythe ook nog goed zien dat je met vrienden, slimheid, intelligente plannen en moed vaak verder komt dan alleen met brute kracht.

Slide 6 - Tekstslide

7.
Een mythe is ook een doorverteld verhaal, gebaseerd op natuurlijke gebeurtenissen. Overstromingen, branden, het overlijden van mensen, onweer, ziekten, mislukte oogsten, etc. worden met een verhaal verklaard om het voor mensen begrijpelijk te maken.

 
Door een mythe kunnen mensen omgaan met tegenspoed: ze leren dat ze een eigen plek hebben in de grotere wereld en dat alles wat ze overkomt zin heeft, alles gebeurt met een reden!

Slide 7 - Tekstslide

8.
Ze gebruiken beide zeer veel fantasie om de wijze les door te geven: goden, dieren, reuzen, trollen, elfen, dwergen, pratende bomen, etc. alles is mogelijk.

Slide 8 - Tekstslide

9.
Een mythe gaat vaak over de godenwereld, zij hebben de belangrijkste rollen.

Bij sagen en legenden komen wel fantasiefiguren voor, maar dit zijn geen goden en/of hebben geen goddelijke krachten.

Slide 9 - Tekstslide

10.
Een mythe verklaart vaak natuurverschijnselen door de godenwereld erbij te betrekken. Het gaat om een groter geheel (een wereld), wat buiten de mensenwereld bestaat. 

Sprookjes zijn veel ‘kleiner’; het zijn volkse verhalen die over alledaagse zaken gaan, over menselijk gedrag. 

Mythen gaan juist over het gedrag van goden, wat invloed heeft op het leven van mensen. Maar mensen hebben een bijrol: uiteindelijk gaat het niet om hen.

Slide 10 - Tekstslide