In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Bevolkingsspreiding
Slide 1 - Tekstslide
Par. 2: Bevolkingsspreiding
Wat leer je?
- Je kent de verschillen tussen dunbevolkte en dichtbevolkte gebieden.
- Je begrijpt waarom de bevolkingsdichtheid van een gebied hoog of laag is
Slide 2 - Tekstslide
Dunbevolkt
* Lage bevolkingsdichtheid
- weinig mensen per vierkante kilometer
* Dunbevolkte gebieden:
- niet vruchtbaar
- te koud of te warm
- te hoog
- niet of moeilijk bereikbaar
Slide 3 - Tekstslide
Noem drie redenen waarom de Himalaya dunbevolkt is.
Slide 4 - Open vraag
Wat is bevolkingsdichtheid?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Welk werelddeel heeft de hoogste bevolkingsdichtheid?
Slide 7 - Open vraag
Dichtbevolkt
* Hoge bevolkingsdichtheid
- veel mensen per vierkante kilometer
* Dichtbevolkte gebieden:
- vruchtbaar
- aan de kust of een rivier
- vlak
- met grondstoffen
- aantrekkelijk klimaat
Slide 8 - Tekstslide
Noem twee redenen waarom de Gangesvallei in India een dichtbevolkt gebied is.
Slide 9 - Open vraag
Waarom woont de bevolking daar?
* Bevolkingsspreiding verschilt:
- de verdeling van de bevolking over een gebied of land
* Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid veranderen door:
Natuur:
- klimaat
- hoogteverschillen
- ligging bij water
Slide 10 - Tekstslide
Waarom woont de bevolking daar?
Ook de mens speelt een belangrijke rol waar mensen wonen:
- rijke gebieden trekken mensen aan
- veel werk en voorzieningen
- andere gebieden stoten mensen af
- oorlog
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Vul het juiste woord in. In het ene gebied van een land wonen veel meer mensen dan in het andere gebied. De verdeling van de bevolking over het land is dus niet regelmatig. Er is een ongelijke .......
Slide 13 - Open vraag
Zelfstandig werken
Maken par. 2 opdrachten 1 t/m 3, 6, 7, 10, 11, 14 en 15
op bladzijde 6 en 7
Klaar?
Maken alle opdrachten van par. 6
op bladzijde 14 en 15
Slide 14 - Tekstslide
Afsluiting
Wat zijn verschillen tussen dunbevolkte en dichtbevolkte gebieden?
Wanneer is de bevolkingsdichtheid van een gebied hoog?