3.1 Bloed

Thema 4 Bloedsomloop
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 Bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide


BS 3.1  BLOED

Slide 2 - Tekstslide

wat gaan wij doen?
Absenties
nieuwe basisstof
Opdrachten maken
afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
BLOED........

Slide 4 - Woordweb

Welke stoffen kunnen er allemaal
in je bloed zitten ?

Slide 5 - Open vraag

Bloed
De functie van bloed is vervoer van alles wat nodig is om het lichaam te laten functioneren. 

Bloed vervoert onder andere voedingsstoffen, zuurstof en warmte. 
Koolstofdioxide en andere afvalstoffen worden door het bloed afgevoerd.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

samenstelling bloed

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

bloedplasma
De opgeloste stoffen zijn onder andere mineralen (zouten). 

Het bloedplasma vervoert vele stoffen, zoals voedingsstoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen, en (een beetje) zuurstof.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Kenmerken rode bloedcellen
  • Ronde schijfjes
  • Licht ingedeukt
  • Geen celkern
  • Zuurstof transport
  • 5.000.000 per 1mm3(0,001ML)
  • Bevat rode kleurstof
  • Hemoglobine

Slide 12 - Tekstslide

Rode bloedcellen
Bevatten hemoglobine dat zuurstof en koolstofdioxide kan binden. 
De functie van de rode bloedcellen: transport van zuurstof en koolstofdioxide van longen naar orgaan en andersom

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de functie
van de rode bloedcellen?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de functie
van de witte bloedcellen?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

In 1 mm3 bloed zitten ongeveer driehonderdduizend (300 000) bloedplaatjes.

Slide 19 - Tekstslide

Rode bloedcellen
Bloedplaatjes

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

0

Slide 22 - Video

Hoeveel liter bloed zit er
(ongeveer) in je lichaam?

Slide 23 - Open vraag

Samenvatting
Bloed bestaat uit:
  1. bloedplasma => water, opgeloste stoffen, plasma eiwitten
  2. Rode bloedcellen => vervoert zuurstof en koolstofdioxide
  3. Witte bloedcellen => bestrijden ziekteverwekkers
  4. Bloedplaatjes => zorgen voor bloedstolling

Slide 24 - Tekstslide

Een bloeddonor is iemand die...
A
bloed geeft
B
bloed ontvangt

Slide 25 - Quizvraag

Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.

Slide 26 - Quizvraag

Het grootste gedeelte van je bloed bestaat uit?
A
bloedplasma
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
bloedplaatjes

Slide 27 - Quizvraag

De functie van de rode bloedcel is...
A
het vervoeren van voedingsstoffen
B
het vervoeren van afvalstoffen
C
het vervoeren van zuurstof
D
het bloed laten stollen

Slide 28 - Quizvraag

Welke cellen zitten er in het bloed?
A
Alleen rode en witte bloedcellen
B
alleen witte bloedcellen
C
Rode + witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
Bloedplaatjes horen er niet bij

Slide 29 - Quizvraag

De functie van rode bloedcellen is bescherming.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

De functie van witte bloedcellen is het vervoeren van zuurstof.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 31 - Quizvraag

Bloedplaatjes zorgen voor de stolling van het bloed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Welk bloedonderdeel vervoert zuurstof?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen

Slide 33 - Quizvraag

Hoort het hart bij het bloedvatenstelsel?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quizvraag

De kleine bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen

Slide 35 - Quizvraag

Welk type bloedcellen kunnen door wanden heen kruipen?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen

Slide 36 - Quizvraag

Laag A in de
reageerbuis, bevat
A
Bloedplasma
B
witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplaatjes en witte bloedcellen

Slide 37 - Quizvraag

Waaruit bestaat bloedplasma voornamelijk?
A
eiwitten
B
water
C
zouten
D
zuurstof

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Link

(Huis)werk

BB= 3.1 opdracht 1 t/m 8 (7 overslaan)

KGT=3.1 opdracht 1 t/m 8 ( 4 overslaan )



Slide 40 - Tekstslide