Let ook op:
Signaalwoorden, geven de volgorde aan hoe de instructie uitgevoerd moet worden.
woorden als: ‘de eerste stap’, ‘daarna’, ‘uiteindelijk’
Werkwoorden geven aan wat je precies moet doen.
voorbeelden zijn: ‘Haal de hendel naar beneden’ of ‘Leg een knoop in de theedoek’