schrijven betoog (3/3)

9mbi lessen betoog 
-welkom
- terugblik vorige lessen 
-nieuwe theorie: betoog les 3

Je hebt voor deze les geen boek nodig.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

9mbi lessen betoog 
-welkom
- terugblik vorige lessen 
-nieuwe theorie: betoog les 3

Je hebt voor deze les geen boek nodig.

Slide 1 - Tekstslide

Het betoog
De eindopdracht voor LEB is een betoog.
In deze les gaan we je bouwplan omzetten in een betoog. Je hebt nu alles wat nodig is om te schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Welke stappen heb je tot nu toe gezet richting jouw betoog?

Slide 3 - Woordweb

Over welke stelling ga jij een betoog schrijven?

Slide 4 - Open vraag

Wat is van toepassing
A
mijn bouwplan is goedgekeurd
B
mijn bouwplan is afgekeurd

Slide 5 - Quizvraag

LET OP! 
Als je bouwplan is afgekeurd ga je die natuurlijk eerst verbeteren. 

Is je bouwplan goedgekeurd dan kun je beginnen aan je betoog. Hierna volgen nog kort de laatste tips en aandachtspunten. 

Slide 6 - Tekstslide

Voor je gaat schrijven: laatste aandachtspunten
Voordat je je betoog echt gaat maken, wil ik je nog even kort wijzen op wat aandachtspunten. We behandelen kort: 
  • goed beginnen
  • alinea's 
  • signaalwoorden
  • goed eindigen
  • lay-out
  • kleinere valkuilen

Slide 7 - Tekstslide

Goed beginnen
Net als bij de presentatie is het begin van je betoog allesbepalend. Als lezer zijn de eerste zinnen een reden om wel of juist niet verder te lezen. Denk daarom voordat je begint dus goed na over de volgende zaken:
- wie is mijn publiek?
-wat spreekt hen aan?
- waarom is dit betoog voor hen relevant?
- hoe trek ik hen mijn verhaal in?

Maar doe me één groot plezier en begin NIET met jezelf voor te stellen en dat je voor Nedrelands een betoog moet schrijven. 

Slide 8 - Tekstslide

Goed beginnen deel 2
Stel je voor dat:
- je een lastig onderwerp hebt
- je doelgroep minder ontwikkeld is dan jij
- je graag slim over wilt komen om te overtuigen (autoriteit aanspreken)

Dan kun je er voor kiezen om in de alinea na de inleiding je publiek te informeren over de feiten rondom je onderwerp. Zo creëer je een beetje een bedje waar je argmenten soepel in glijden. 

Slide 9 - Tekstslide

Ieder nieuw argument of onderdeel uit mijn opzet begin ik in een nieuwe alinea
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Tussen alle aliena's doe ik een witregel
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Alineagebruik (uitleg)
Het is belangrijk dat je alinea's van elkaar schijdt met witregels.
De volgende onderdelen verdienen een eigen alinea:
- inleiding
-een informatief stuk waarin je de lezer wat vertelt over het onderwerp
(let op: dit is niet verplicht he? het kan je betoog sterker maken, maar hoeft niet)
-eerste argument voor met onderbouwing
- tweede argument voor met onderbouwing
-derde argument voor met onderbouwing
-tegenargument met weerlegging
- slot

Slide 12 - Tekstslide

Signaalwoorden zijn belangrijk voor
A
de zinsbouw
B
de samenhang in je verhaal
C
de lezer om overzicht te houden
D
jezelf om de draad vast te houden

Slide 13 - Quizvraag

Signaalwoorden (uitleg)
Signaalwoorden zijn van groot belang voor de samenhang van de tekst. Zet deze dus goed in!
Je kunt de signaalwoorden bijvoorbeeld binnen zinnen inzetten. 

Maar je kunt signaalwoorden ook inzetten aan het begin van je alinea. Hiermee geef je de lezer duidelijk aan wat er gaat komen. 

Kijk nog eens terug naar de tekst over de schooluniformen. Hoe deed die schrijfster dat? 

Slide 14 - Tekstslide

Goed eindigen
Zoals je in de sleepopdracht kon zien, bevat een goed slot de volgende zaken:
- je standpunt nog een keer noemen
- je argumenten kort herhalen
let hierbij erop dat je alleen je hoofdargumenten kort herhaalt. onderbouwingen, tegenargumenten en weerleggingen herhaal je niet. Gebruik labels om je argumenten te herhalen (zie debatteren)
- je verhaal rond maken.
Dit doe je door terug te gaan naar het begin en/of te eindigen met een uitsmijter.

Slide 15 - Tekstslide

De titel van de tekst is
A
vetgedruk
B
gecentreerd
C
een zin met aan het einde een punt
D
kort maar krachtig

Slide 16 - Quizvraag

om de layout nog duidelijker te maken
A
maak ik mijn standpunt vet en onderstreept
B
gebruik ik vetgedrukt kopjes
C
gebruik ik capslock bij belangrijke passages
D
kies ik een mooi lettertype

Slide 17 - Quizvraag

Layout (uitleg)
voor de titel gelden de volgende aandachtspunten:
- niet te kort, niet te lang
-zeker geen hele zin met een punt aan het eind (sowieso geen punt)
- vetgedrukt
-gecentreerd mag, maar hoeft niet perse

Kopjes boven alinea's zijn zeker aan te raden. aandachtspunten:
- kort (liefst 1 woord)
-vetgedrukt
- geen punt erachter

Slide 18 - Tekstslide

tot slot: kleinere valkuilen bij het schrijven
- schrijf de titel als laatst
zo voorkom je dat je als een idioot een half uur naar een leeg blad staart én als je tekst af is heb je vaak een beter idee voor de titel.
- kijk naar je bouwplan! 
Dit helpt je met de samenhang in je verhaal. als je dan over onderwerp x begint te typen kijk je even waar in de tekst dit onderwerp komt. 
- laat het eerst even gebeuren- schrijf door! 
Het belangrijkste is dat je eerst je betoog gaat typen. Controle op spelling en punten kan later. Ga niet panisch na iedere alinea jezelf checken, dit verstoort het proces. Go with the flow! 



Slide 19 - Tekstslide

OPDRACHT
Tot zo ver de theorie. Nu jij! 
Schrijf je betoog over één van de stellingen in de opdracht (zie TEAMS)

- Je betoog telt minimaal vijfhonderd woorden.
- Je betoog bevat minimaal 3 argumenten voor je standpunt.
- Je weerlegt minimaal één tegenargument.
- Uit jouw onderbouwing van de argumenten blijkt duidelijk dat je de stof uit het boek en de lessen hebt begrepen (LEB H7)
- Bij de opbouw en het taalgebruik van jouw betoog maak je gebruik van de vaardigheden welke Kyra je geleerd heeft tijdens de lessen Nederlands. Voordat je je betoog typt, maak je een bouwplan. Kyra zal het bouwplan beoordelen voor Nederlands en Wesley beoordeelt het betoog voor Burgerschap.
- Je levert de opdracht in aan het einde van week 4 in (29 januari 2021, 23:59 uur).

Slide 20 - Tekstslide

Afronding en huiswerk
volgende les: schrijfuur!
Ik ben aanwezig voor vragen

Heb je vragen of kom je er niet uit, neem contact met op!

Slide 21 - Tekstslide