Herfstvkantie

Herfstvakantie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Herfstvakantie

Slide 1 - Tekstslide

Doel:
  • Je kunt kort iets vertellen over je vakantie. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe was jouw vakantie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Vertel:
  • Wat heb je gedaan?
  • Met wie heb je dat gedaan?
  • Waar heb je dat gedaan?

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Wat: Ik heb gevoetbald.
Met wie: Met Lionell Messi.
Waar: In het Camp Nou stadion

Slide 5 - Tekstslide

Of...
Wat: Ik heb gewinkeld.
Met wie: Met Kim Kardashian.
Waar: In New York

Slide 6 - Tekstslide

Nou jij!
Maak opdracht 1
Je mag zelf bedenken wat je hebt gedaan.
Het hoeft niet waar te zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Wil je voorlezen wat je hebt geschreven?
Ja
Nee

Slide 8 - Poll

Heb je nieuwe woorden
gebruikt?
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Welke woorden
heb je gebruikt?

Slide 10 - Open vraag

Hoe onthoud je een woord?
Koppel het woord.
Maak zinnen met het woord.
Zoek een plaatje van het woord. 
Vertaal het woord in je eigen taal.
Doe het allemaal!

Slide 11 - Tekstslide

Koppel

Slide 12 - Tekstslide

Zinnen
Ik vind de herfstvakantie te kort.
De herfstvakantie is in oktober.
De herfstvakantie duurt één week. 
In de herfstvakantie heb ik niet veel gedaan.
Het regent altijd in de herfstvakantie.

Slide 13 - Tekstslide

Plaatje

Slide 14 - Tekstslide

Vertaal
herfstvakantie = 
vacances d'automne 
осінні канікули
عطلة الخريف

Slide 15 - Tekstslide

Luisteroefening
Doel: 
  • Oefenen in luisteren. 
  • Woorden herkennen. 
  • Schrijven wat je hoort. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 2
1. Je hoort het liedje eerst helemaal.
2. Kies een gatentekst: moeilijk of makkelijk.
3. Je hoort het liedje nog een keer. 
4. Vul de gaten in de tekst.
5. Schrijf onderaan je naam. 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2
6. Geef de tekst aan je buurman of buurvrouw
7. Kijk elkaars tekst na.
8. Schrijf hoeveel woorden er goed zijn bovenaan. 
9. Geef de tekst terug. 
10. Hoeveel woorden heb je goed?

Slide 18 - Tekstslide

Was het makkelijk?
Nog niet makkelijk.
Een beetje makkelijk.
Heel makkelijk.

Slide 19 - Poll

Zelf oefenen?
Muziek maakt een taal leren makkelijker. 
We gaan dit vaker in de les oefenen.

Je kunt zelf thuis ook oefenen. 
Download de app Lingoclip


Slide 20 - Tekstslide

Zelf oefenen!
Kies links bovenin Nederlands. 
Kies een liedje. 
 Je kunt kiezen uit twee spellen:
keuze of type

Bij keuze heb je een paar woorden waar je uit kunt kiezen.
Bij type moet je het woord zelf typen. 

Slide 21 - Tekstslide

Zelf oefenen!
Als je het liedje wilt meezingen,
kies je voor karaoke

Meezingen helpt met je uitspraak.
En je leert sneller lezen, spreken en luisteren


Slide 22 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?
A
nieuwe woorden
B
hoe ik een woord kan onthouden
C
een app om zelf te oefenen
D
sneller luisteren

Slide 23 - Quizvraag