Villangues: voyageur

Villangues: voyageur
Je komt iemand tegen, op het station, in de bus, op straat. Gesprekken gaan vaak over hetzelfde. Jij ontmoet straks ook een reiziger op het bus-en treinstation. Op blz 7 van je boekje staat wat je hiervoor moet kunnen. Je krijgt niet altijd letterlijk deze vragen, je droomvakantie staat er bijvoorbeeld niet bij, maar die kan heel goed voorbij komen.
In deze LessonUp ga je oefenen wat op blz 7 staat genoemd.  Er staat steeds een opdracht die je moet kunnen zeggen in het Frans bijvoorbeeld: 'begroet de reiziger'.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Villangues: voyageur
Je komt iemand tegen, op het station, in de bus, op straat. Gesprekken gaan vaak over hetzelfde. Jij ontmoet straks ook een reiziger op het bus-en treinstation. Op blz 7 van je boekje staat wat je hiervoor moet kunnen. Je krijgt niet altijd letterlijk deze vragen, je droomvakantie staat er bijvoorbeeld niet bij, maar die kan heel goed voorbij komen.
In deze LessonUp ga je oefenen wat op blz 7 staat genoemd.  Er staat steeds een opdracht die je moet kunnen zeggen in het Frans bijvoorbeeld: 'begroet de reiziger'.

Slide 1 - Tekstslide

Begroet de reiziger

Slide 2 - Tekstslide

Vraag aan de reiziger hoe het is om in België te wonen.

Slide 3 - Tekstslide

Vraag waar de reiziger vandaan komt.

Slide 4 - Tekstslide

Zeg dat de trein uit Brussel om 14:41 aankomt op spoor 12

Slide 5 - Tekstslide

Zeg dat de trein naar Luik (Liège) om 10:32 vertrekt van spoor 16

Slide 6 - Tekstslide

Vertel iets over één van je vakanties (plaats, land)

Slide 7 - Tekstslide

Vertel hoe je reist op vakantie (auto, vliegtuig, trein, bus)

Slide 8 - Tekstslide

Vertel met wie je op vakantie gaat.

Slide 9 - Tekstslide

Vertel wat je doet tijdens je vakantie (iets bezoeken, activiteit)

Slide 10 - Tekstslide

Ik kom uit Nederland.

Slide 11 - Tekstslide

Ik ben vandaag met de bus naar Namen gekomen.

Slide 12 - Tekstslide

Ik kom uit Deventer/Schalkhaar etc

Slide 13 - Tekstslide

Ik woon in een huis/ appartement/....

Slide 14 - Tekstslide

Ik doe er .... minuten over om op school te komen.

Slide 15 - Tekstslide

Ik ga met de fiets naar school.

Slide 16 - Tekstslide

Ik heb de citadel/de rivier/het centrum/ het station van Namen gezien.

Slide 17 - Tekstslide

Vertel wat je nog gaat doen in Namen.

Slide 18 - Tekstslide

Ik vind Namen heel mooi.

Slide 19 - Tekstslide

Ik vind het heel leuk om in België te zijn.

Slide 20 - Tekstslide