Les 4: win-win situatie

Les 4: win-win situatie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 4: win-win situatie

Slide 1 - Tekstslide

Allebei winnen
 Denken vanuit de WIN-WIN gedachte betekent dat je ervan uitgaat dat jij kunt winnen en de ander ook, dus niet jij of ik, maar allebei. We zijn allemaal gelijkwaardig. Niemand is beter dan de ander, niemand is slechter dan de ander en niemand hoeft dat te zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat winnen de kinderen?

Slide 4 - Open vraag

Wat winnen de honden?

Slide 5 - Open vraag

Proberen van elke situatie een win-win situatie te maken is lastig, maar haalbaar. Niet door toe te geven of water bij de wijn te doen, maar door te kijken waar je met samenwerken allebei je doel kunt bereiken. Bijvoorbeeld eerst shoppen en daarna naar de film of al hardlopend de hond uitlaten.  

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

De haai
Joop is ingesteld op winnen: als eerste in de klas om de beste plek te bezetten, jaloers als iemand een hoger cijfer haalt, de duurste merkjas, roddelt over anderen om er zelf beter uit te lijken komen enz. Joop is constant aan het vergelijken met anderen en stopt zijn energie in het behalen van de eerste plaats.

Slide 8 - Tekstslide

Waarin wint Joop?

Slide 9 - Open vraag

Waarin verliest Joop?

Slide 10 - Open vraag

De teddybeer
Marije cijfert zichzelf vaak weg: ze heeft moeite om haar eigen mening te geven, geeft gauw toe om de lieve vrede te bewaren. Ze wuift complimenten over haar cijfers weg en is onzeker over haar prestaties. Ze heeft veel vriendinnen en zegt snel “ja” als er voorgesteld wordt iets te gaan doen, ook al is ze het er niet altijd mee eens.

Slide 11 - Tekstslide

Waarin wint Marije?

Slide 12 - Open vraag

Waarin verliest Marije?

Slide 13 - Open vraag

De schildpad

In deze situatie verliest iedereen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij pesten: de pester wil ten koste van alles winnen, maar verliest omdat uiteindelijk niemand echt met hem wil omgaan. De gepeste verliest ook omdat hij er last van heeft en niet meer naar school durft. De hele klas verliest omdat de sfeer in de klas niet leuk is en leerlingen zich hierdoor niet kunnen concentreren. Pesten ontstaat vaak vanuit de winnen- verliezen situatie: je wilt zelf winnen, en een manier om beter te zijn dan anderen is om anderen zwart te maken, te pesten of te negeren. Uiteindelijk leidt dat altijd tot een verliezen- verliezen situatie voor iedereen, ook voor de pester.
Een andere situatie is als je steeds voor zaken wegloopt omdat je het spannend vindt. Jij ontwikkelt niets nieuws en verliest dus, maar ook anderen. Jouw bijdrage kon namelijk belangrijk zijn of vrienden missen je.

Slide 14 - Tekstslide

De kwal
Eigenlijk is dit een verlies-verlies situatie, maar lijkt het alsof het een win-win situatie is. Bij een compromis doet iedereen water bij de wijn, iedereen geeft iets toe tot er een situatie ontstaat die nooit precies is wat iedereen wilde, maar waar iedereen mee kan leven. Lijkt ideaal in het begin, maar omdat iedereen iets verliest kan het beter!


Slide 15 - Tekstslide

Kun je een situatie beschrijven waarin je een compromis hebt gesloten?

Slide 16 - Open vraag

De uil
Bij winnen-winnen ga je ervan uit dat iedereen kan winnen: je geeft om je vrienden, maar niet tot elke prijs. Je geeft je mening, maar staat ook open voor de mening van anderen. Samen kijk je hoe je allebei kunt winnen. Een voorbeeld is hoe een sportteam goed samenwerkt door de bal over te spelen, van elkaars talenten gebruikt maakt en elkaar complimenten geeft. Iedereen voelt zich steeds meer onderdeel van het team, in plaats van losse spelers die zelf willen winnen wordt het een superteam. Bij winnen- winnen groeit iedereen in zelfvertrouwen.
Een voorwaarde voor de win-win situatie is dat je bereid bent uit je comfortzone te stappen en iets nieuws durf te doen.

Slide 17 - Tekstslide

Twee valkuilen
Er zijn twee valkuilen om toch weer in een win – verlies situatie te komen: concurreren en vergelijken.
  

Concurrentie kan heel goed zijn, bijvoorbeeld in topsport. Het motiveert je om topprestaties te leveren als je de beste wilt zijn. Maar je kunt hierin ook te ver gaan, bijvoorbeeld door andere spelers van de weg te duwen of onderuit te halen. Als concurrentie ontstaat vanuit de angst om te verliezen kan het je leven gaan beheersen. Een keer een wedstrijd verliezen is niet erg, je leert van je fouten en je kunt tenslotte niet altijd de beste zijn. Heel gezond om af en toe te verliezen in een wedstrijd, je wordt er weer mens van😊. 

Slide 18 - Tekstslide

Waar merk je in jezelf dat je wilt concurreren?

Slide 19 - Open vraag

Vergelijken
Vergelijken lijkt op concurreren, je bent steeds bezig om anderen in de gaten te houden en je gedrag daarop aan te passen. Je wilt beter zijn dan de anderen, of je bent blij als anderen het minder goed doen. Je hebt gauw een oordeel over anderen. Vergelijken is niet nodig, je bent uniek en je volgt je eigen koers die precies bij jou past en niet bij een ander. Je hoeft je niet anders voor te doen dan je bent om aardig gevonden te worden of geaccepteerd te worden. 

Slide 20 - Tekstslide

Op welke terreinen vergelijk je jezelf met anderen?

Slide 21 - Open vraag

Soms is het lastig om een situatie als win-win situatie te zien. Beide partijen moeten namelijk hiervoor open staan. Als je het niet samen eens kunt worden, kan het zomaar een win – verlies of verlies – win probleem worden. Dan kun je er beter voor kiezen iets helemaal maar niet te doen.

Om deze eigenschap goed te kunnen ontwikkelen moet je dus wel pro-actief zijn en weten wat je belangrijk vindt. Pas als je zelf stevig op je voeten staat, kun je je verplaatsen in een ander en de win-win situatie ontdekken.

Slide 22 - Tekstslide

Kun je nu zelf een eigen situatie beschrijven waarin een win- win situatie mogelijk is?

Slide 23 - Open vraag