Vanaf 27 v. Chr. kent het Romeinse Rijk een keizertijd. De senaat en volkstribunen bleven bestaan, maar samen met een machtige keizer.
Taken en rechten van de keizer:
- Opperbevelhebber leger.
- Consul voor het leven.
- Hoogste priester.
- Vetorecht (recht waarmee je beslissingen kan stoppen).