In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Neem je laptop en boek voor
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Herhaling vorige les
Uitleg basisstof 3 Een man
Opdrachten maken 4.3 Een man
Toetsvraag bespreken
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Wat wordt er afgebroken bij de menstruatie?
A
De baarmoeder
B
Bloed
C
Het baarmoederslijmvlies
D
De eicel
Slide 3 - Quizvraag
Als er geen bevruchte eicel is, is het verdikte barmoederslijmvlies overbodig geworden en dus verdwijnt het uit de baarmoeder in de vorm van menstruatie.
Slide 4 - Tekstslide
Tijdens de menstruatie wordt het baarmoederslijmvlies:
A
Dikker
B
Dunner
Slide 5 - Quizvraag
Wat verlaat de baarmoeder bij menstruatie?
A
alleen bloed
B
eicellen
C
alleen slijmvlies
D
bloed en slijmvlies
Slide 6 - Quizvraag
De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Thema 4 Voortplanting
1 De puberteit
2 Een vrouw
3 Een man
4 Seks enzo
5 Veilig vrijen
6 Zwangerschap
Slide 8 - Tekstslide
Leerdoelen basisstof 3
- Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.
- Je kunt de kenmerken van eicellen en zaadcellen noemen.
Slide 9 - Tekstslide
Wat verandert er bij de man tijdens de puberteit?
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Teelballen en bijballen
zitten in een "huidplooi": de balzak zodat het niet te warm wordt.
gaan functioneren vanaf ongeveer 13 jaar.
produceren dagelijks vele miljoenen zaadcellen.
zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen.
Teelbal
Bijbal
Slide 13 - Tekstslide
Zaadcel man
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Mannelijke geslachtsorganen
Zaadleiders vervoeren de zaadcellen
Zaadblaasjes voegen vocht met voedingsstoffen voor de zaadcellen toe
De prostaat voegt ook vocht toe
Zaadcellen met vocht van de zaadblaasjes en vocht van de prostaat samen heet sperma
De zaadleider komt uit in de in de penis
De top van de penis heet eikel en is erg gevoelig voor aanrakingen.
Over de eikel zit huid: de voorhuid
In de penis zitten zwellichamen, als die vollopen met bloed wordt de penis stijf. dit heet erectie
Slide 16 - Tekstslide
Zaadlozing
De grootte en vorm van de penis in slappe toestand verschillen erg, maar bij penissen in erectie is er niet zoveel verschil.
Jongens en mannen kunnen op onhandige momenten een erectie krijgen.
Als de eikel voortdurend wordt geprikkeld, bijvoorbeeld tijdens geslachtsgemeenschap kan een man een zaadlozing krijgen.
Jongens en mannen hebben soms in hun slaap een zaadlozing, dit noem je een "natte droom".
Slide 17 - Tekstslide
Orgasme/klaarkomen
De eikel en de clitoris zijn gevoelig voor prikkels. Als dit gestimuleerd wordt kan je een orgasme krijgen. Dit noemen we ook wel klaarkomen.
Mannelijk orgasme: zaadlozing
Vrouwelijk orgasme: spieren rond de vagina spannen zich aan.
Een orgasme geeft een lekker gevoel.
Slide 18 - Tekstslide
Is de penis een primair of secundair geslachtskenmerk?
A
Primair
B
Secundair
Slide 19 - Quizvraag
Tekst
Tekst
Tekst
Te
teelballen, testis
zaadleiders
de prostaat
bijballen
zaadblaasjes
worden zaadcellen gemaakt
Opslag plaats voor zaadcellen
zorgen voor het vervoer van zaadcellen
voegt vocht toe aan de zaadcellen
voegt vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toe
Slide 20 - Sleepvraag
In welke volgorde gaat een zaadcel door het mannelijke voortplantingsstelsel bij een zaadlozing?
Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
1
2
3
4
5
Urinebuis
Prostaat
Zaadleider
Bijbal
Teelbal
Slide 21 - Sleepvraag
Aan de slag!
Lezen blz. 29 t/m 31 in je boek
Maken opdrachten 4.3 Een manonline
Opdracht 5 is een samenvatting in je boek. Deze volgende les aan mij laten zien
timer
15:00
Slide 22 - Tekstslide
Toetsvraag
5 In afbeelding 4 zijn vier typen zaadcellen getekend. De blauwe zaadcel heeft een normale zweepstaart. De roze zaadcellen hebben een afwijking aan hun staart.
a In welk deel van het mannelijk geslachtsorgaan worden zaadcellen tijdelijk opgeslagen?
b Een man heeft zaadcellen met een afwijkende staart.
Wat kan dit voor gevolgen hebben?
De afwijkende zaadcellen zullen naar verwachting beter / minder goed voortbewegen dan normale zaadcellen.
De kans op bevruchting van een eicel door een afwijkende zaadcel is groter dan / kleiner dan / even groot als de kans op bevruchting door een normale zaadcel.