H9 les 3

Gezondheid
Hoofdstuk 9.2 goed geregeld


blz. 131 - 142
blz. 110 - 115
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gezondheid
Hoofdstuk 9.2 goed geregeld


blz. 131 - 142
blz. 110 - 115

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Welkom
Lezen ~ 5 min
Uitleg ~ 10 min
Quizz ~ 5 min
Zelfstandig werken ~ 15 min
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H9 gezondheid
9.1 - gezondheid, levensstijl en gevolgen van genotsmiddelen.
9.2 - lever en nieren, Glucose regeling in je lichaam, uitscheiding van afvalstoffen.
9.3 - taken van je huid, en hoe ze uitvoeren. huidkanker en wondjes.
9.4 - ziek zijn, ziekteverwekkers, witte bloedcellen, inentingen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6*
A) Vul voor elke tekening in of het om lichamelijk afhankelijk of om geestelijk afhankelijk gaat.

B) Ramon was verslaafd aan alcohol, maar drinkt nu niet meer. De eerste dagen heeft hij allerlei klachten, zoals trillen en zweten.
Hoe noem je dat soort klachten?
  1. geestelijk
  2. geestelijk
  3. lichamelijk
ontwenningsverschijsel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 8*
A) Wat is het verschil tussen aangeschoten zijn en dronken zijn? Geef voorbeelden bij je uitleg.


B) Waarom moet je niet autorijden als je alcohol op hebt?

Als je nog meer drinkt, word je dronken. Zien, horen, bewegen en reageren gaan dan nog slechter. De volgende dag heb je dan vaak een kater.
Omdat je niet goed en snel kan reageren op verkeerssituaties.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 15*
Merel is sinds een jaar begonnen met roken. Vroeger kon ze makkelijk 5 kilometer hardlopen, maar nu is ze veel sneller moe.
Koolstofmonoxide neemt de plaats in van zuurstof in het bloed. Daardoor krijgen de cellen van Merel minder zuurstof. Hierdoor raakt ze veel sneller vermoeid.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 19*
A) Drugs kunnen verdovend werken. Dat betekent dat ze ...

B) Drugs kunnen stimulerend werken. Dat betekent dat ze ...

C) Drugs kunnen bewustzijnsveranderend werken. Dat betekent dat ze ...
Drugs kunnen bewustzijnsveranderend werken. Dat betekent dat ze je hersenen anders laten werken.
Drugs kunnen verdovend werken. Dat betekent dat ze je hersenen en andere organen trager laten werken.
Drugs kunnen stimulerend werken. Dat betekent dat ze je hersenen sneller laten werken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 9.2
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.
  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen.
  • Je kunt de bouw en de werking van je nieren beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte.*
  • Je leert hoe je genoeg van alle benodigde stoffen in je bloed hebt en welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen in ons lichaam?
  1. Water
  2. koolstofdioxide
  3. zuurstof
  4. glucose
  5. zouten
  6. andere afvalstoffen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In stilte lezen lezen
Hoofdstuk 9.2 goed geregeld

timer
5:00
blz. 131, 132 en 136
blz. 110 en 111

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen in ons lichaam
  1. Water
  2. koolstofdioxide
  3. zuurstof
  4. glucose
  5. zouten
  6. andere afvalstoffen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uitscheidingsorganen
Longen

Lever

Nieren

Huid


uitscheidingsorgaan dat giftige stoffen zoals medicijnen en alcohol omzet in minder schadelijke stoffen en oude rode bloedcellen afbreekt en er gal van maakt
uitscheidingsorganen; halen giftige stoffen, overbodige stoffen en overtollige stoffen zoals zouten en water uit het bloed
uitscheidingsorgaan dat water en zouten uitscheidt door zweten; de huid beschermt je tegen ultraviolette stralen van de zon en tegen ziekteverwekkers en helpt je ook bij het afkoelen
uitscheidingsorganen; hierin zitten vele longblaasjes waarin gaswisseling plaatsvindt; je ademt lucht met zuurstof in en water(damp) en koolstofdioxide uit

Slide 12 - Tekstslide

uitleg
Welk orgaan produceert urine?
A
Lever
B
Huid
C
Longen
D
Nieren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan is verantwoordelijk voor het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide?
A
Longen
B
Lever
C
Nieren
D
Huid

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan is belangrijk voor het afbreken en afvoeren van giftige stoffen in ons lichaam?
A
Longen
B
Nieren
C
Huid
D
Lever

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan is verantwoordelijk voor het filteren van afvalstoffen uit ons bloed?
A
Lever
B
Longen
C
Huid
D
Nieren

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de nieren?
A
Filteren van afvalstoffen uit het bloed
B
Opnemen van voedingsstoffen
C
Aanmaken van afvalstoffen
D
Pompen van bloed

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de lever?
A
Pompen van bloed
B
Afbreken van giftige stoffen
C
Opnemen van voedingsstoffen
D
Aanmaken van afvalstoffen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 9.2
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.
  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen.
  • Je kunt de bouw en de werking van je nieren beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte.
  • Je leert hoe je genoeg van alle benodigde stoffen in je bloed hebt en welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken



  • Ga rustig bezig met de opdrachten.
  • Je mag fluisterend overleggen met je buurman/vrouw.
  • Als je een vraag hebt, steek je je vinger op.
Succes!
Blz. 131-142
maken: 1 t/m 6 en 12 t/m 15
Blz. 110-115
maken: 1 t/m 7

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende Les
Huiswerk:
maken H9.2



 
Blz. 131-142
maken: 1 t/m 6 en 12 t/m 15
Blz. 110-115
maken: 1 t/m 7

Slide 21 - Tekstslide

huiswerk en meme