4TL lesson 4 Theme 1
1 / 36
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Last weekend the show ............. the award for Best New Comedy.
A
won
B
has won
Slide 17 - Quizvraag
Mr Bean ........... one of England's comedy icons since the nineties.
A
was
B
has been
Slide 18 - Quizvraag
Were you watching a comedy show on TV while I ............. the dishes?
A
did
B
was doing
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Exercise 11
1
1
A
won
B
has won
Slide 22 - Quizvraag
Exercise 11
2
2
A
was
B
has been
Slide 23 - Quizvraag
Exercise 11
3
3
A
did
B
was doing
Slide 24 - Quizvraag
Exercise 11
4
4
A
didn't see
B
haven't seen
Slide 25 - Quizvraag
Exercise 11
5
5
A
already heard
B
have already heard
Slide 26 - Quizvraag
Exercise 11
6
6
A
didn't make
B
hasn't made
Slide 27 - Quizvraag
Exercise 11
7
7
A
never liked
B
have never liked
Slide 28 - Quizvraag
Exercise 11
8
8
A
have you laughed
B
were you laughing
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Wat gebruik je als iets in het verleden aan de gang was?
A
Past Simple
B
Past Continuous
Slide 32 - Quizvraag
Uit hoeveel woorden bestaan de past simple?
A
1
B
2
C
3
D
6
Slide 33 - Quizvraag
Bij welke vorm gebruik je ING?
A
past simple
B
past continous
