In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wielrenners in de tour de France moeten veel (en gezond) eten. Hoe veel eten de renners in vergelijking met gewone mensen?
A
Ongeveer 1,5 x zo veel
B
Ongeveer 3 x zo veel
C
Ongeveer 4,5 x zo veel
D
nog meer
Slide 3 - Quizvraag
Welke energiebronnen ken jij?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Welke energiesoorten spelen een rol in dit gemaal?
A
Alle zes energiesoorten die je geleerd hebt.
B
Alle behalve elektrische energie.
C
Alle behalve stralingsenergie.
D
Vier of minder energiesoorten.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Welke energieomzetting hoort hierbij?
A
Elektrische energie naar kinetische energie.
B
Elektrische energie naar warmte.
C
Elektrische energie naar kinetische energie + warmte
D
Geen van de drie andere antwoorden is juist.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wet van behoud van energie
Energie kan niet verdwijnen of gemaakt worden.
Energie kan wel worden omgezet.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Is dit in strijd met de wet van behoud van energie?
A
Ja, want er gaat nog steeds energie in.
B
Ja, maar dat komt omdat ze de berg af gaat.
C
Nee, want de wielen blijven draaien.
D
Nee, want de wind speelt ook een rol.
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
Rendement berekenen
n=rendement in %
Enuttig = afgestane nuttige energie in joule (J)
Etoe = toegevoegde energie of totale energie in joule (J)
η=EtoeEnuttig⋅100
%
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Wat voor soort lampen zou jij in huis gebruiken?
A
Gloeilampen
B
Spaarlampen
C
LED lampen
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Wat is de nuttige energie van deze centrale?
A
chemische energie
B
elektrische energie
C
warmte
D
straling
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
chemische energie
B
stralingsenergie
C
bewegingsenergie
D
elektrische energie
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
warmte
B
lichtenergie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie
Slide 27 - Quizvraag
In je kamer staat een lamp met daarin een gloeilamp. Deze gloeilamp zet van elke 150 J die aangevoerd wordt 10 J om naar licht, de rest wordt omgezet naar warmte. Wat is het rendement van de gloeilamp?
A
15%
B
6,67%
C
3,33%
D
50%
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de opgenomen energie van deze windmolen?
A
warmte
B
elektrische energie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie
Slide 29 - Quizvraag
4,0 J van 6,5 J energie wordt omgezet in warmte door een lamp. Wat is het rendement van de lamp?