4.2 Grote getallen


Hoofdstuk 4 Getallen

4.2 Grote getallen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Hoofdstuk 4 Getallen

4.2 Grote getallen

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat de les over?
4.2 Grote getallen
  • Theorie D: Grote getallen





Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Grote getallen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoe schrijven we dit in cijfers?
  • 2,5 miljoen?
  • 2.500 000
  • 7 miljard 349 miljoen 472 duizend
  • 7.349.472.000
  • 3 duizend 6 honderd
  • 3600

Slide 6 - Tekstslide

Grote getallen in cijfers en woorden:
4 152 600

- Verdeel het getal van achter naar voren in groepjes van 3 cijfers.


- kijk naar het eerste getal.

- De rest van de getallen komt achter de komma.

Slide 7 - Tekstslide

Grote getallen uitspreken:

431 647 132 763 spreek je uit als: 

Slide 8 - Tekstslide

345004 < 345040
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

12890 > 11890
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het grootst mogelijke getal met zes cijfers?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het kleinst mogelijke getal met zes cijfers?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

1,25 duizend
hoe schrijf je dat?
A
12500
B
1250
C
125
D
125000

Slide 14 - Quizvraag

3,8 miljoen =
A
38 000
B
380 000
C
3 800 000
D
38 000 000

Slide 15 - Quizvraag

0,9 miljard
A
9.000.000.000
B
900.000
C
900.000.000
D
900.000.000.000.000

Slide 16 - Quizvraag

12,5 miljoen is..
A
12 500
B
125 000
C
1 250 000
D
12 500 000

Slide 17 - Quizvraag

32,4 duizend =
A
32 400
B
324 000
C
32 400 000
D
320 400

Slide 18 - Quizvraag

1,98 miljard is..
A
198 000 000
B
1 980 000 000
C
19 800 000 000
D
198 000 000 000

Slide 19 - Quizvraag

Einde les

Slide 20 - Tekstslide