NU Ned 1F 2F Deel B Spreken en Gesprekken H1 1.3 Beeld gebruiken

Spreken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spreken

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Spreken 

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf
1.3 Beeld gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp
Beeld gebruiken in je presentatie

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je geeft een aantrekkelijke presentatie aan een groep

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kun je beeld gebruiker
  • Beeld ondersteunt je verhaal
  • PowerPoint en Prezi zijn opties                                                        waarbij je veel beeld kunt gebruiken

Slide 6 - Tekstslide

beeldopbouw (1)
- Stijl: maak je dia's in 1 stijl op. Gebruik niet te veel verschillende kleuren, lettertypen en lettergroottes.
- titel: gebruik 1 dia voor je titel
- Inleiding: gebruik ongeveer 2 tot 3 dia's: een voor je aandachtsrichter, een waarop je jezelf voorstelt en de aanleiding geeft, een voor een toelicht van jouw inhoud (inhoudsopgave)

Slide 7 - Tekstslide

beeldopbouw (2)
- Middenstuk: gebruik voor elk deelonderwerp 1 dia. 
- Slot: gebruik voor het slot 1 dia. 

- Steekwoorden: zet belangrijke informatie in een paar woorden op je dia's. 
- afbeeldingen: gebruik niet te veel afbeeldingen. Dat kan afleiden!
- leesbaarheid: let erop dat het leesbaar is op afstand en op correcte taal

Slide 8 - Tekstslide

Extra informatie
Per dia gebruik je ongeveer 1 minuut spreektijd.
Kijk tijdens de presentatie zo min mogelijk naar het scherm.
Lees nooit voor. Dat is saai!

Slide 9 - Tekstslide

zeg het met beeld
We gebruiken tegenwoordig beeld in onze taal en  samenleving.

Slide 10 - Tekstslide

Waar gebruiken we beeld voor?

Slide 11 - Tekstslide

Om...
een presentatie duidelijker te maken
een presentatie interessanter te maken

Slide 12 - Tekstslide

"Dom schaap!"
"Gebruik eens 
een leuker beeld!"

Slide 13 - Tekstslide

In dit beeld zie je de ramp in Beiroet. Waarom gebruiken ze juist dit beeld, denk je?

Slide 14 - Tekstslide

redenen om beeld te gebruiken
- de aandacht trekken
- je woordgebruik ondersteunen
- je woordgebruik verduidelijken

Slide 15 - Tekstslide

Leren voor het instellingsexamen
- Je geeft een aantrekkelijke presentatie aan een groep

Slide 16 - Tekstslide