Basisstof 1, 2 en 3

7.1 Het skelet van de mens
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

7.1 Het skelet van de mens

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt de botten benoemen in een afbeelding van het skelet.
  • Je kunt de functies van het skelet noemen.
  • Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen.

Slide 2 - Tekstslide

7.1 het skelet van de mens
4 functies skelet:
- stevigheid
- geeft vorm aan het lichaam
- bescherming
- maakt beweging mogelijk

Slide 3 - Tekstslide

7.1 het skelet van de mens
2 typen beenderen (botten):
- pijpbeenderen
- platte beenderen

Slide 4 - Tekstslide

7.1 het skelet van de mens
pijpbeenderen:
- langwerpig
- vooral in de ledematen
- de koppen bevatten holten met rood beenmerg
- tussen de koppen bevindt zich een mergholte met geel beenmerg

Slide 5 - Tekstslide

7.1 het skelet van de mens
rood beenmerg: hierin worden bloedcellen gevormd

geel beenmerg: hierin zit vet opgeslagen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

7.1 het skelet van de mens
platte beenderen:
- vooral in de schedel en de romp
- bevat ook rood beenmerg
- bevat GEEN mergholte met geel beenmerg

timer
8:00

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling
Geef antwoord op de volgende vragen:
  • Welke 4 functies heeft het skelet?
  • Waar worden (in wat voor botten) bloedcellen gemaakt?
  • Wat is het grootste bot van het lichaam?

Slide 9 - Tekstslide

Basisstof 2
Kraakbeenweefsel en beenweefsel

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt kenmerken van kraakbeen weefsel en beenweefsel benoemen
Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten veranderd tijdens je leven

Slide 11 - Tekstslide

Kraakbeen

Op plaatsen waar je lichaam stevig is en soepel, zit kraakbeen. Het zit bijvoorbeeld in je neus, je oorschelpen en tussen je ribben. Omdat er kraakbeen tussen de wervels van je wervelkolom zit, kun je rug buigen en strekken.

In kraakbeen zit veel lijmstof en weinig kalk.

Slide 12 - Tekstslide

Tussencelstof van kraakbeen
- kraakbeencellen liggen in groepjes in tussencelstof
- door de tussencelstof is kraakbeen stevig en
buigzaam

Slide 13 - Tekstslide

Beenweefsel
  • stevig en een beetje buigzaam
  • de cellen liggen in de tussencelstof in kringen rondom fijne kanaaltjes met bloedvaten
  • kalkzouten geven stevigheid
  • lijmstof zorgt voor buigzaamheid

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Maken opdrachten 5.2

Slide 16 - Tekstslide

Herhaling leerdoelen

Basisstof 1:
Je kunt de botten benoemen in een afbeelding van het skelet.
Je kunt de functies van het skelet noemen.
Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen.

Basisstof 2:
Je kunt kenmerken van kraakbeen weefsel en beenweefsel benoemen
Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten veranderd tijdens je leven

Slide 17 - Tekstslide

Basisstof 3: beenverbindingen

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt 4 beenverbindingen onderscheiden

Je kunt delen van gewrichten noemen met hun functies.

Je kunt de bouw en werking van 3 typen gewrichten onderscheiden

Slide 19 - Tekstslide

4 typen verbindingen
  1. Naadverbindingen
  2. Vergroeid
  3. Kraakbeen
  4. Gewricht

Slide 20 - Tekstslide

Welke denk jij dat een naadverbinding is?
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

Welke denk jij dat een vergroeide verbinding is?
A
B
C
D

Slide 22 - Quizvraag

Welke denk jij dat een gewricht is?
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Scharniergewricht

De gewrichtskogel draait in de gewrichtskom -> beweging in verschillende richtingen mogelijk

Slide 25 - Tekstslide

kogelgewricht

de gewrichtkogel draait in de gewrichtkom.

alle soorten bewegingen zijn hier mogelijk

Slide 26 - Tekstslide

gewrichten
een gewricht zorgt voor een verbinding tussen 2 botten. Het is erg bewegelijk.

een gewricht bestaat uit een een gewrichtkogel die ligt in een gewrichtskom

Slide 27 - Tekstslide

Maken opdrachten 5.3

Slide 28 - Tekstslide

Herhaling leerdoelen

Basisstof 1:
Je kunt de botten benoemen in een afbeelding van het skelet.
Je kunt de functies van het skelet noemen.
Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen.

Basisstof 2:
Je kunt kenmerken van kraakbeen weefsel en beenweefsel benoemen
Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten veranderd tijdens je leven

Basisstof 3:
Je kunt 4 beenverbindingen onderscheiden
Je kunt delen van gewrichten noemen met hun functies.
Je kunt de bouw en werking van 3 typen gewrichten onderscheiden



Slide 29 - Tekstslide

timer
2:00
timer
1:00
gewrichtskom
gewrichtkogel
gewrichtsmeer
kraakbeenlaagje
gewrichtkapsel

Slide 30 - Sleepvraag

Wat is de functie van het kraakbeen op de gewrichtskom en de gewrichtskogel?
A
De botten buigzaam houden.
B
De botten op de juiste plek houden.
C
Slijtage aan het gewricht voorkomen

Slide 31 - Quizvraag

Is de volgende zin juist of onjuist:
"De gewrichtskom maakt gewrichtssmeer."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Gewrichtssmeer zorgt ervoor dat de gewrichtskogel in de gewrichtskom blijft zitten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag