Havo4 zuur-base

Lesdoelen Havo4 zuur-base
Je herkent een zuur-basereactie als een reactie waarbij H+-ionen worden overgedragen van een zuur naar een base.
Je stelt de reactievergelijking op van het ioniseren in water van zuren en basen.
Je kunt de zuurgraad van een oplossing uitleggen adhv de aanwezigheid van OH−-ionen of H+-ionen.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen Havo4 zuur-base
Je herkent een zuur-basereactie als een reactie waarbij H+-ionen worden overgedragen van een zuur naar een base.
Je stelt de reactievergelijking op van het ioniseren in water van zuren en basen.
Je kunt de zuurgraad van een oplossing uitleggen adhv de aanwezigheid van OH−-ionen of H+-ionen.

Slide 1 - Tekstslide

Microniveau
Op microniveau is een zuur een deeltje dat een H+-ion afstaat. Een deeltje dat een H+-ion opneemt, heet een base.

Als een zuur in water wordt opgelost, ontstaat een zure oplossing. Het zuur heeft dan een H+-ion aan een watermolecuul afgestaan. 

Slide 2 - Tekstslide

Ionisatie
Proces waarbij in een oplossing moleculen worden omgezet in ionen.
De meeste zuren zijn moleculaire stoffen kijk maar hoe zwavelzuur is opgebouwd. Bij het oplossen in water ontstaan ionen. dit noemen we ionisatie.

Slide 3 - Tekstslide

eenwaardig, tweewaardig en driewaardig
Voorbeelden éénwaardig zuur:      zoutzuur en salpeterzuur
Voorbeelden  tweewaardig zuur:      zwavelzuur en  koolzuur.

Driewaardig: Fosforzuur

Koolzuur is instabiel (en een evenwichtsreactie)

Slide 4 - Tekstslide

Organische zuren
Organische zuren of carbonzuren zijn koolstofverbindingen met een carboxylgroep: een –COOH-groep.
Organische zuren zijn slechts voor een deel geïoniseerd wanneer ze in water worden opgelost. Als een organisch zuur oplost in water, ontstaat een chemisch evenwicht:

Slide 5 - Tekstslide

Wat is mijn naam?

Slide 6 - Tekstslide

Bekende base
Sterk: Natronloog en kaliloog zijn bekende sterke base


Zwak: ammoniak


Slide 7 - Tekstslide

Zuur-basereactie 1
O2- is een base 
Een base kan H+ opnemen. 
Bijvoorbeeld metaaloxide Na2O, K2O en CaO 
het zout moet wel oplosbaar zijn in water 


Slide 8 - Tekstslide

Zuur-basereactie 2
Carbonaationen in water kunnen een H+ opnemen


Slide 9 - Tekstslide

Wat is mijn naam?

Slide 10 - Tekstslide

zuurgraad pH
Omdat watermoleculen als zuur én als base kunnen reageren, is in zuiver water altijd een heel klein beetje H+ en OH− aanwezig => neutraal => pH = 7
Elke zure oplossing bevat H+-ionen. De concentratie OH− is verwaarloosbaar klein. => pH < 7
Elke basische oplossing bevat OH−-ionen. De concentratie H+ is verwaarloosbaar klein => pH > 7


Slide 11 - Tekstslide

pH en rekenen

Slide 12 - Tekstslide

Significantie pH-berekeningen
Het aantal decimalen van de pH-waarde = het aantal significante cijfers van [H+].
Bijvoorbeeld: wanneer de pH van een oplossing 3,6 is . Dus 1 decimaal => [H+]  3. 10−3 mol L−1.
Dus andersom geldt:
Het aantal significante cijfers  van [H+] bepaalt het aantal decimalen in de berekende pH-waarde.

Slide 13 - Tekstslide