Woordsoorten oefenen

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Welke woordsoorten en zinsdelen ken je allemaal?

Hoe goed vind jij dat je de woordsoorten en zinsdelen al kent en toe kunt passen?

Ik vind woordsoorten herkennen heel makkelijk

Ik vind woordsoorten redelijk makkelijk

Ik vind woordsoorten soms moeilijk en soms makkelijk

Ik vind het soms nog best moeilijk

Ik vind woordsoorten heel moeilijk

Persoonsvorm

- Belangrijkste werkwoord in de zin

- Hoe vind je de persoonsvorm?

- Vraagproef

- Tijdproef

- Getalproef

Myrthe plaatst veel op de Padlet.

- Plaatst Myrthe veel op de Padlet

- Myrthe plaatste veel op de Padlet

- Senna en Myrthe plaatsen veel op de Padlet.

Wat is de persoonsvorm in de zin.
Lori heeft veel tiktokdansjes tijdens de les gedaan.

1. les
2. heeft gedaan
3. heeft
4. gedaan

(werkwoordelijk) gezegde

- Alle werkwoorden in de zin

- Persoonsvorm hoort daar ook bij

- Vaak een hulpwerkwoord + een voltooid deelwoord

Ik heb gisteren mijn huiswerk gedaan.
Heb gedaan = ww gezegde

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Heeft Sep al een tekening voor meester zijn verjaardag gemaakt?

1. Heeft
2. Heeft Sep
3. Heeft Sep gemaakt
4. Heeft gemaakt

Onderwerp

- Om wie gaat het in de zin 

- Wie/wat + gezegde

Emma en Jasmijn maken samen huiswerk.

Wie maken samen huiswerk? Emma en Jasmijn

Wat is het onderwerp in de zin:
De geweldige juf van groep 7/8 maakt een les woordsoorten.

1. De geweldige juf
2. De juf
3. De geweldige juf van groep 7/8
4. Een les

Lijdend voorwerp

- Wie/wat + onderwerp + gezegde

Vandaag ga ik mijn huiswerk maken.

Wie/wat ga ik maken? Mijn huiswerk

Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
Mijn moeder maakt een lekkere maaltijd voor mij.

1. Een lekkere maaltijd
2. Mijn moeder
3. Voor mij
4. Maakt

Voorzetsels

Voegwoorden

- Voegt twee delen van de zin samen.

- Want, maar, en, omdat, zoals, of, hoewel

Noem de voegwoorden die je kent

Bijvoeglijk naamwoord

- Zegt wat over het zelfstandig naamwoord

- De grote rode auto

- Aardrijkskundig bijv nw: de Belgische bonbons

- Stoffelijk bijv nw: de zilveren ketting

Verzin drie bijvoeglijke naamwoorden voor het woord school.

Wat is het gezegde in de zin:
Wout heeft een nieuwe fiets gekregen.

Wat is geen voegwoord?

1. terwijl
2. om
3. en
4. omdat

Voegwoord

Voorzetsel

maar

onder

en

daarnaast

zoals

op

hoewel

voor

Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
Norah laat Bowie uit op straat.

Wat is de persoonsvorm in de zin:
De kinderen hopen dat de school snel weer open mag.

1. De kinderen
2. Hopen
3. De school
4. Open

Hoe noemen we het onderdeel de kinderen in deze zin?:
De leerkrachten missen de kinderen.

1. onderwerp
2. gezegde
3. voegwoord
4. lijdend voorwerp

Hoe noemen we het onderdeel omdat in deze zin?
Xavi kon even niet voetballen, omdat hij een blessure had.

1. Onderwerp
2. Voorzetsel
3. Voegwoord
4. Gezegde

Welk voegwoord past het best in deze zin:

Juf Charlotte maakt de spellingfilmpjes, _______ meester Melvin de rekenfilmpjes maakt.

Welk woord is geen telwoord?

1. Honderd
2. Tweede
3. Zeventig
4. Een

Noem minstens drie zelfstandige naamwoorden met een bijvoeglijk naamwoord ervoor.

Wat is de regel bij het schrijven van een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Noem ook een voorbeeld.

Welke woordsoorten en zinsdelen vind je nog lastig en zou je misschien nog meer willen oefenen?

Hoe ging deze oefening?

Ik kan de woordsoorten aan iemand uitleggen

Ik snap de woordsoorten zelf goed, maar vind het lastig om ze uit te leggen.

Ik heb nog wat meer oefening nodig.

Ik snap er eigenlijk nog niet zoveel van, en wil graag meer oefenen.