2kader 5.3 woorden
1 / 15
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het tegenovergestelde van 'terecht' ?
(Woorden 1)
(Woorden 1)
A
ten onrechte
B
eerlijk
C
gevonden
D
te krom
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een andere betekenis van 'terecht' ?
A
kwijt
B
teruggevonden nadat het kwijt was
C
strak
D
bij de eigenaar
Slide 5 - Quizvraag
Welk woorden passen bij 'visie' maar niet bij 'missie'?
A
speciaal / taak
B
mis / vies
C
opdracht / doel
D
mening / toekomst
Slide 6 - Quizvraag
Waar vind je de visie en de missie van het HVC?
A
In het schoolplan op de website
B
In het rokers-bushokje
C
Op het schoolplein
D
Bij alle regels in de school
Slide 7 - Quizvraag
'oppervlakkig' heeft 2 betekenissen.
Welke is figuurlijk bedoeld?
Welke is figuurlijk bedoeld?
A
betekenis 1
B
betekenis 1 en 2
C
betekenis 2
D
beiden zijn letterlijk bedoeld
Slide 8 - Quizvraag
commercieel
A
hoort bij verzorgingshuizen
B
zakelijk gedrag
C
gaat over liefdadigheid
D
heeft te maken met geld verdienen
Slide 9 - Quizvraag
Zeg het anders:
Zo'n fikse boete is absurd.
(woorden 2)
Zo'n fikse boete is absurd.
(woorden 2)
A
Zo'n fikse bekeuring is grappig.
B
Zo'n flinke boete is belachelijk.
C
Zoveel boetes maken het kostbaar.
D
Zo'n kleine boete is vreselijk.
Slide 10 - Quizvraag
Zeg het anders:
Na de uitbrander zette hij onverschrokken de puntjes op de i.
Na de uitbrander zette hij onverschrokken de puntjes op de i.
A
Na de uitbrander schrok hij zich een punthoofd.
B
Daarna was het feest in volle gang.
C
Door de opmerking was hij bang het fout te doen.
D
Na de uitbrander maakte hij het moedig precies in orde.
Slide 11 - Quizvraag
Een versterking (samenstelling) bestaat uit:
A
zn / zn
B
bn / bn
C
bn / zn
D
twee telwoorden
Slide 12 - Quizvraag
Versterk: saai, stom, gaaf
