Dit is het kleurenmonster. Hij is vanmorgen met een vreemd gevoel opgestaan. Hij is in de war en heeft geen idee waarom. Een meisje vraagt hem wat er aan de hand is.
Slide 2 - Tekstslide
Het meisje wil het kleurenmonster helpen om zich weer fijn te voelen.
Maar hoe moet dat?
Slide 3 - Tekstslide
Ik zie het al zegt het meisje. Je bent een beetje in de war.
Dat is ook niet gek als je van alles door elkaar voelt.
Slide 4 - Tekstslide
Je moet de gevoelens uit elkaar halen en ze allemaal een eigen plek geven. Ik wil je wel helpen om dat te doen.
Slide 5 - Tekstslide
Blijdschap is aanstekelijk. Het straalt geel als de zon en schittert als de sterren.
Als je blij bent, lach je, spring je, dans je, speel je. Je wilt dit gevoel met iedereen delen.
Slide 6 - Tekstslide
Verdriet is wensen dat iets anders is. Het is blauw nat als de zee en zoet als de regen. Als je verdrietig bent, wil je jezelf verstoppen en alleen zijn. Soms moet je huilen.
t
Slide 7 - Tekstslide
Woede is roodgloeiend en woest als vuur. Het brandt hevig en is moeilijk te blussen. Als je boos bent, voelt het alsof er iets oneerlijks is gebeurd en wil je je woede eruit gooien.
Slide 8 - Tekstslide
Angst is donker. Het verstopt zich en vlucht als een dief in de zwarte nacht.
Als je bang bent, voel je je klein en lijkt het alsof je niks meer voorstelt.
Slide 9 - Tekstslide
Kalmte is de rust van de groene bomen. Het zweeft als een blad in de wind.
Als je kalm bent, adem je langzaam en diep. Je voelt je rustig.
Slide 10 - Tekstslide
Dit zijn je gevoelens. Ze hebben allemaal een andere kleur.
Je voelt je fijner als je ze allemaal op een rijtje hebt gezet. Zie je wel? Nu hebben ze allemaal een eigen plek gekregen.