In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Startopdracht:
Pak jouw huiswerk erbij, ex.8
Slide 1 - Tekstslide
Startklaar
Enlevez votre manteau. /
Doe je jas uit.
Mettez votre téléphone portable dans votre sac à dos./
Mobiel in de tas.
Écouteurs dans vos sacs à dos./
Oortjes in de tas.
Posez vos sacs à dos par terre./
Doe je tas op de grond.
Posez votre ordinateur portable sur la table/
Laptop op tafel.
Mettez votre matériel scolaire sur la table/
Schoolspullen op tafel.
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Tijdens de les.../ Pendant le cours...
... vous êtes silencieux lorsque le professeur parle.
... vous êtes silencieux lorsqu'un camarade de classe parle.
... écoutez ce que le professeur dit et suivez les instructions.
... vous êtes amical à tout moment.
... vous participez activement.
Slide 3 - Tekstslide
Les buts
Aan het einde van deze week... :
- Je sais décrire un produit ou une marque.
- Ik weet hoe ik een product of merk moet omschrijven.
- Je sais décrire des évènements qui ont eu lieu au passé.
- Ik weet hoe ik gebeurtenissen uit het verleden moet beschrijven.
- Je comprends un audio en français - exercice du livre et exercice PTO.
- Ik begrijp audio in het Frans: boek oefening en PTO-oefening.
Slide 4 - Tekstslide
Le 14 Février
- SO-1: Kijk en luisteren
Le 20 Février
- SO-2: Grammaire
Le 06 Mars 2025
- PTO kijk- en luistertoets
Slide 5 - Tekstslide
VOCABULAIRE - ÉCOUTER ET LIRE A, B, C
Un sur deux
Représenter
Tout à fait
Innovant
Grâce à
Manifester sa joie
Payant
Croiser
Se produire
één op de twee
vertegenwoordigen
Helemaal
Vernieuwend
Dankzij
Zijn vreugde tonen
Tegen betaling
Tegenkomen
Optreden
Slide 6 - Sleepvraag
VOCABULAIRE - Regarder et Lire A, B et C
Déranger
être fier de
J'y tiens
notamment
au niveau de
au sujet de
plutôt... que
la préférence
Environ
Storen
Trots zijn op
Ik hecht er waarde aan
Vooral
op het gebied van
voor wat betreft
eerder/liever dan
de voorkeur
ongeveer
Slide 7 - Sleepvraag
Correction exercice 26a, page 67: Fait un exposé sur un produit français. Remplis:
- La marque
- La description (forme, matière, etc.)
- La fonction
- Le prix
- Les qualités
Slide 8 - Tekstslide
Correction des exercices
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
timer
2:00
Travaillez par deux:
Corrigez l'exercice 27a, b, c, d page 68.
Comparez vos réponses./
Vergelijk jullie antwoorden.
Slide 12 - Tekstslide
Correction - 27b page 68
Slide 13 - Tekstslide
Correction - 27c page 68
1 -
2 -
3 -
4 -
Slide 14 - Tekstslide
Correction - 27d page 68
Slide 15 - Tekstslide
- Je sais décrire un produit ou une marque./ - Ik weet hoe ik een product of merk moet omschrijven.
😒🙁😐🙂😃
Slide 16 - Poll
Grandes Lignes A - Grammaire c, page 75.
Slide 17 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 18 - Link
Vous utilisez le passé composé:
- Pour raconter ce qui s'est passé dans le passé ou ce que quelqu'un a fait.
- Une phrase au p.c. répond à la question: « Et puis ? ».
- Il s'agit toujours d'un événement ou d'une action fermée : le début et la fin sont clairs.
De passé composé gebruik je om te vertellen wat er in het verleden is gebeurd of wat iemand heeft gedaan. Een zin in de passé composé geeft antwoord op de vraag: 'En toen?'. Het gaat altijd om een afgesloten gebeurtenis of handeling: begin en eind zijn duidelijk.
Passé Composé
Slide 19 - Tekstslide
Passé Composé
Slide 20 - Tekstslide
L'imparfait raconte comment les choses se sont passées dans le passé, pas ce qui s'est passé à un moment donné. Vous utilisez ce temps pour décrire :
De imparfait vertelt hoe het in het verleden wás, niet wat er op een bepaald ogenblik gebeurde. Deze tijd gebruik je bij het beschrijven van:
L'imparfait
Slide 21 - Tekstslide
Vous utilisez ce temps pour décrire :
Deze tijd gebruik je bij het beschrijven van:
L'imparfait
Slide 22 - Tekstslide
Adverbes de temps - pg. 75
Bijwoordelijke bepalingen van tijd geven soms een aanwijzing of je de passé composé of de imparfait moet gebruiken.
passé composé
puis - vervolgens
alors - toen
ensuite - daarna
après - daarna
tout à coup - plotseling
soudain- plotseling
imparfait
souvent - vaak
toujours - altijd
quelquefois - soms
autrefois - vroeger
avant - voorheen
d'habitude - gewoonlijk
Slide 23 - Tekstslide
Faitez les exercices 38 a et 38 b pages 75 et 76.
timer
2:00
Slide 24 - Tekstslide
Correction exercice 38a page 75
Slide 25 - Tekstslide
Correction exercice 38b page 76
Slide 26 - Tekstslide
timer
2:00
Travaillez par deux:
Faites l'exercice 30a et 30b pages 70 et 71.
Slide 27 - Tekstslide
Correction exercice 30a page 70
Slide 28 - Tekstslide
Correction exercice 30a page 70
Slide 29 - Tekstslide
À vous de conjuguer les verbes!
Het is aan jou om de werkwoorden te vervoegen!
Slide 30 - Tekstslide
Je sais décrire des évènements qui ont eu lieu au passé. / Ik weet hoe ik gebeurtenissen uit het verleden moet beschrijven.
😒🙁😐🙂😃
Slide 31 - Poll
PTO - kijk- en luistertoets
Slide 32 - Tekstslide
Réflexion
- Je sais décrire un produit ou une marque.
- Ik weet hoe ik een product of merk moet omschrijven.
- Je sais décrire des évènements qui ont eu lieu au passé.
- Ik weet hoe ik gebeurtenissen uit het verleden moet beschrijven.
- Je comprends un audio en français - exercice du livre et exercice PTO.
- Ik begrijp audio in het Frans: boek oefening en PTO-oefening.