Bij welke twee macroregio’s horen de grafieken A en B?
Kies uit: Oost- en Zuidoost-Azië / Sub-Sahara-Afrika / Europa.
Waarom past de niet-gekozen regio niet bij een van beide grafieken?
Grafiek A = Sub Sahara Afrika.
Grafiek B = Oost- en Zuidoost-Azië.
Voorbeeld van een juist motief bij de niet-gekozen regio:
Europa heeft een veel oudere bevolkingsopbouw dan de andere twee regio’s.
Slide 5 - Tekstslide
HW bespreken
Landen indicatoren
vergelijking Vietnam, Burkina Faso en Frankrijk
Slide 6 - Tekstslide
Wereldsteden
Welke begrippen weet je nog?
Slide 7 - Tekstslide
Begrippen globalisering
Doe mee op je telefoon / laptop
Slide 8 - Tekstslide
Lesdoel(en)
Ik weet dat globalisering leidt tot het ontstaan van wereldsteden.
Ik weet wat wereldsteden zijn en kan kenmerken hiervan opnoemen.
Ik ken de top-3 wereldsteden (New York, Londen en Tokyo).
Ik ken de begrippen metropool, stedelijk netwerk en mainportregio en kan deze aan wereldsteden koppelen.
Ik ken de economische, culturele en politieke eigenschappen van de drie stedelijke gebieden in de Verenigde Staten: New York, Los Angeles en Washington.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
“The great thing about New York is that if you sit in one place long enough, the whole world comes to you.”
Welke begrippen passen hierbij?
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Examenvragen klassikaal
werk in duo's
Rond 1: elk duo maakt 1 vraag
Ronde 2: het andere duo bekijkt de vraag en antwoorden en past zo nodig aan
Slide 22 - Tekstslide
Ronde 1
Maak de examenvraag in je duo
Schrijf je antwoorden duidelijk leesbaar op het whiteboard