Kijkvaardigheid 2M
1 / 32
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Welke slechte invloeden heeft het gebruik van tablets en smartphones op baby’s en peuters volgens een eerder onderzoek?
Slide 5 - Open vraag
Waarom zijn de resultaten van het onderzoek naar de invloeden van tablets en smartphones op baby’s en peuters nog moeilijk te zeggen?
A
Het is te vroeg om al conclusies te trekken
B
We weten zelf nog niet eens hoe de apparaten werken
C
De apparaten worden pas korte tijd gebruikt
D
De resultaten van onderzoeken verschillen nog te veel
Slide 6 - Quizvraag
Ze onderzoeken 2 groepen; 3 baby’s die tablets en smartphones gebruiken en 3 baby’s die dat niet doen. Wat is de eerste test? Beschrijf deze test in je eigen woorden, gebruik hele zinnen in je antwoord.
Slide 7 - Open vraag
Wat is het verschil tussen de ‘tech users’ en de ‘non tech users’ bij de 2e test?
A
De non tech users houden de stift beter vast
B
De tech users kunnen beter tekenen
C
De non-tech users hebben een fijnere motoriek
D
De tech users hebben een fijnere motoriek
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de uitkomst van de laatste test?
A
De tech users zijn beter in bouwen
B
De tech users hebben een vergevorderde motoriek
C
De groep is te klein om een conclusie te trekken
D
De non tech users zijn minder technisch begaafd
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Noem 1 ding wat de gebroeders Wright nodig hadden om hun droom waar te maken. (in het Nederlands)
Slide 16 - Open vraag
What is not true about the Wright brothers' former shop?
A
Is no longer standing
B
has not been demolished
C
lies in a suburb
D
is made entirely out of wood
Slide 17 - Quizvraag
Explain what "unmanned gliders" are. (geef een nederlandse uitleg/vertaling)
Slide 18 - Open vraag
The Wright brothers' Model B Flyer was mass produced
A
and sold exclusively to the US Army
B
for the Mexican army
C
and about 100 were sold
D
at a cost of 5000 dollars
Slide 19 - Quizvraag
What is the difference between the original plane and the replica?
A
it is made of steel
B
it has two seats
C
it uses wooden skids for landing
D
it requires a special license to fly it
Slide 20 - Quizvraag
What is the purpose of the tiny house movement?
A
To reduce the number of materials used for building
B
To be more environmentally friendly
C
To have a more simple life
D
To reduce the living space
Slide 21 - Quizvraag
What is the focus of tiny homes?
A
small
B
simplified living
C
all shapes and forms
D
to build more of them
Slide 22 - Quizvraag
Which of these is NOT a benefit of owning a tiny home?
A
You don't have to own your own property.
B
You have to build it to Department of Transportation (DOT) standards.
C
You don't have to pay property taxes.
Slide 23 - Quizvraag
He set the window in bullet-proof glass
A
to keep it from breaking when the house is transported
B
because it's an image of one of his ancestors.
C
because he's afraid people will shoot at it.
D
because the house is very fragile
Slide 24 - Quizvraag
What does this man NOT say about tiny house living
A
He is willing to give it a shot
B
He really likes to live there
C
It is too extreme for most people
D
He is not sure he will go crazy by living there
Slide 25 - Quizvraag
Why did he make his bathroom a pocket door?
A
Because otherwise it would not fit
B
Because he wanted to do a science experiment
C
Because it looked nicer
D
Because it would waste too much space otherwise
Slide 26 - Quizvraag
Incinerating toilets are
A
electric and don't need plumbing.
B
only found online.
C
beautiful.
D
made of paper and wood.
Slide 27 - Quizvraag
Wat is het advies dat wordt gegeven door Michael? Omschrijf in het Nederlands.
Slide 28 - Open vraag
Wat is het record van Abbie? Geef je antwoord in het Engels.
Slide 29 - Open vraag
Michael beschrijft het moment toen hij en Abbie elkaar ontmoetten. Beschrijf dit moment in je eigen woorden (NL), gebruik hele zinnen in je antwoord.
Slide 30 - Open vraag
Wat vindt Michael van al deze aandacht?
A
Hij vindt het vervelend
B
Het is het heel erg leuk
C
Hij vindt het allemaal maar overdreven
D
Hij vindt het vooral leuk voor Abbie
