Woche 37 2HV, 2V 2425

Woche 37 P2 
-Hoe maak je je huiswerk (online methode: kies "alles" zodat je alle opdrachten kan zien
-Herhaling vorige les: 
 Wer bist du? (Sprachmittel Kap.1), 
 Welke letters zijn ook weer anders? 
-Waarom leer je Duits?   Leerboeken en wat leer je bij dit vak?  
-Diagnostischer Test Kap. 1 aankondigen (week 39 laatste les)
-Zahlen 0-10, (Verzin voor jezelf alvast een 06 nummer.)Spiel

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Woche 37 P2 
-Hoe maak je je huiswerk (online methode: kies "alles" zodat je alle opdrachten kan zien
-Herhaling vorige les: 
 Wer bist du? (Sprachmittel Kap.1), 
 Welke letters zijn ook weer anders? 
-Waarom leer je Duits?   Leerboeken en wat leer je bij dit vak?  
-Diagnostischer Test Kap. 1 aankondigen (week 39 laatste les)
-Zahlen 0-10, (Verzin voor jezelf alvast een 06 nummer.)Spiel

Slide 1 - Tekstslide

Ziele dieser Unterrichtsstunde:
  • Je kunt in het Duits vertellen hoe je heet, hoe oud je bent en waar je woont, wat je adres is en wat je telefoonnummer is.
  • Je kunt je naam spellen in het Duits
  • Je kan 0-10 tellen in het Duits en deze getallen schrijven. 
  • Je weet wat je moet leren voor je eerste Duits toets (diagnostisch). 

Slide 2 - Tekstslide

Ich bin... und wer bist du? (Spiel)
- Wer bist du?/ Wie heißt du?/ Was ist dein Name?
- Wie alt bist du?
- Woher kommst du? / Wo wohnst du? 
- Was ist deine Adresse? (S. 26)
- Was ist deine Telefonnummer? (S. 26)


(ca. 5 Min)

Slide 3 - Tekstslide

https://leicht-deutsch-lernen.com/buchstabieralphabet

Slide 4 - Tekstslide

Deutsch
Waarom Duits op school?

timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Waarom Duits?


Duits
is na Engels (44%) de meest gesproken taal in Europa (36%). 

Het is de meest gesproken moedertaal in Europa

Slide 6 - Tekstslide

Waarom Duits?

Slide 7 - Tekstslide

Leerboeken en wat leer je bij dit vak?  
- 2 boeken, vóór feb. gebruiken we alleen boek A. 
- Je leert Duits spreken, verstaan, lezen en schrijven. 
- Je leert nieuwe culturen kennen. 
- Je leert bijv. jezelf en je familie voorstellen, je huisdier beschrijven, tijd aangeven, eten en drinken bestellen.

Slide 8 - Tekstslide

PW Kap. 1 aankondigen 
(Diagnostisch)
- week 39, in de laatste les
- blz. 30, 31 blauwe tabel
- duurt geen 50 minuten
- neem je boek mee

Slide 9 - Tekstslide

PTWD en studieplanner
- Hoeveel toetsen heb je dit schooljaar voor Duits?
- Wat voor toetsen heb je?
- Wat wordt getoetst?

Slide 10 - Tekstslide

Zahlen 0-10, oder mehr:)
- Lied: https://www.youtube.com/watch?v=fQxdmHjzUWk


Slide 11 - Tekstslide

Spiel: Gebärdensprache in China
   Was ist deine Handynummer?
   Meine Handynummer ist:
(noteert de getallen in het Duits, zie blz. 26, noem de getallen in het Duits)

Slide 12 - Tekstslide

Ziele erreicht? 
  • Je kunt in het Duits vertellen hoe je heet, hoe oud je bent en waar je woont. 

  • Je kan 0-10 tellen in het Duits uitspreken en schrijven. 
  • Je weet wat je moet leren voor je eerste Duits diagnostische toets. 

Slide 13 - Tekstslide

Woche 37 P3 
- Hoe spel je je naam in het Duits? (5 Min.)
- Het gebruik van Teams (2 Min.)
- Kap.1 A1, A3 (15 Min.)
- Aussprache Lernliste (markeer woorden die jou opvallen) (10 Min.)
- B6+Rollenspiel (8 Min.)
- DACH-Länder kennenlernen (8 Min.) (Seht Fragen on-line/S. 11)

Slide 14 - Tekstslide

Lernziele dieser Stunde
- Je kan een video verstaan waarin verschillende mensen zich voorstellen. 
- Je kunt je naam spellen in het Duits
- Je weet in welke landen Duits gesproken wordt.
- Je kan de woorden van hfd. 1 correct uitspreken. 
- Je beheerst inmiddels Sprachmittel van hfd. 1. 

Slide 15 - Tekstslide

Wie schreibt man deinen Namen? 
- Welke letters in het Duitse Alphabet klinken anders dan 
in het Nederlands (herhaling)? 

- Jullie werken met z'n vieren.

- Stel aan elkaar de vraag hier rechts--->

- 2HV: Spel je naam in het Duits.
  2V: Seht das nächste Dia
Wie wird dein Name buchstabiert?

Slide 16 - Tekstslide

Beispiel für 2V
- Wie heißt du? 

- Mein Name ist Maria. Ich buchstabiere: M wie Martha, A wie Anton, R wie Richard, I wie Ida, A wie Anton

https://leicht-deutsch-lernen.com/buchstabieralphabet

Slide 17 - Tekstslide

Deutsche, Deutscher oder Deutschen
der Deutsche die Deutsche, ein Deutscher eine Deutsche

Slide 18 - Tekstslide

Het persoonlijk voornaamwoord: u
A
Sie
B
sie
C
wir
D
ihr

Slide 19 - Quizvraag

Hoe onthoud je het persoonlijk voornaamwoord?
A
Door jezelf af te vragen wie, wat, waar enz.
B
IDEESWIS
C
Door er der, die of das voor te zetten
D
Door bij je buurman te kijken

Slide 20 - Quizvraag

Het persoonlijk voornaamwoord: het
A
er
B
es
C
Sie
D
wir

Slide 21 - Quizvraag

Het persoonlijk voornaamwoord: jij
A
ich
B
er
C
du
D
sie

Slide 22 - Quizvraag

persoonlijke voornaamwoorden bepalen:
A
Hoe je de vorm van het werkwoord opschrijft
B
Of het werkwoord zwak of sterk is.
C
moet je met een hoofdletter schrijven
D
Moet je altijd onderstrepen

Slide 23 - Quizvraag

Het persoonlijk voornaamwoord: hij
A
sie
B
er
C
wie
D
es

Slide 24 - Quizvraag

Vertaal: Ben jij Tom?

Slide 25 - Open vraag

Vertaal: Hij is hier (D: ook "hier")

Slide 26 - Open vraag

Vertaal: Bent u in Duitsland?

Slide 27 - Open vraag

Vertaal: Waar zijn jullie?

Slide 28 - Open vraag

Das ß
  • in Nederlands 'ringel-es' genoemd
  • officiële naam: Eszett (fonetisch→ess tsett)
  • heeft niks te maken met B
  • uitspraak: harde S

  • Hoe schrijf je deze letter?

Slide 29 - Tekstslide

Das ß
  • in Nederlands 'ringel-es' genoemd
  • officiële naam: Eszett (fonetisch→ess tsett)
  • heeft niks te maken met B
  • uitspraak: harde S

  • Hoe schrijf je deze letter?

Slide 30 - Tekstslide