Duurzaamheid 5 - Ontwikkelingen

                          
                            Aardrijkskunde
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

                          
                            Aardrijkskunde

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Welke invloeden op de voetafdruk hebben we behandeld?
  • Wat kun je zelf doen?
  • Hoe ziet de toekomst eruit?

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog?
  • Met de voetafdruk bereken je wat jouw invloed op de wereld is.
  • Alles wat je doet, gebruikt of eet, heeft invloed op die voetafdruk.
  • Sommige mensen hebben een grotere voetafdruk dan anderen.
  • Hoe luxer je leeft, hoe groter je voetafdruk.
  • Mensen in het rijke, welvarende Westen hebben vaak een grotere voetafdruk dan mensen in armere landen.

Slide 3 - Tekstslide

Voedsel
  • We keken naar de invloed van jouw voedsel.

  • Sommige soorten voedsel zijn efficient: er is weinig ruimte nodig voor de productie.

  • Met name 'luxe' voedsel, zoals vlees, is minder efficient: Er is veel ruimte voor nodig.

  • Ook moet voedsel natuurlijk een beetje gezond en lekker zijn.

  • We moeten dus een afweging maken.
Voedzaam en goed voor het milieu
Dit is efficient. Als we allemaal zo eten, is er genoeg voor iedereen.
Maar dit is ook best lekker!
En dat kan ook af en toe best. Alleen liever niet elke dag. Da's niet zo duurzaam.

Slide 4 - Tekstslide

Wat verandert er in de voedselindustrie?

Slide 5 - Woordweb

Veranderingen in de voedselindustrie
Biologisch, intensief of grootschalig
Biologische, intensieve en grootschalige landbouw proberen problemen met het produceren van voedsel op te lossen.

Ze besteden aandacht aan efficiëntie, kostenbesparing, welzijn van dieren of milieu.

Boerenbedrijven worden zo steeds moderner. Landbouw is tegenwoordig een high-tech vak.

Met nieuwe landbouwtechnieken is ook nog eens geld te verdienen!



Vertical farming
Er wordt ook gewerkt aan total nieuwe manieren van landbouw! Zo laten sommige mensen gewassen binnen groeien. Dit heet vertical farming.

Het scheelt ruimte, water kan hergebruikt worden en bij slecht weer blijft de oogst in stand.
Insecten
Er worden ook steeds meer insecten gegeten. Klinkt vies? Insecten hebben wel heel weinig ruimte nodig en leveren heel veel voedingsstoffen!

Kweekvlees
Sommige wetenschappers proberen vlees te maken in laboratoria: kweekvlees. Daar zijn dan geen dieren meer voor nodig, en dat scheelt weer voor de voetafdruk!

Slide 6 - Tekstslide

Produceren en consumeren
  • Productieketens gaan van grondstof naar product in een winkel.

  • Alle productie heeft invloed op de voedselafdruk.

  • Die invloed komt dooral door grondstoffen en transport.

  • Door slim te kopen verklein je je voetafdruk.

  • Dat kan bijvoorbeeld door tweedehand te kopen of door te recyclen.
Overbodige spullen?
Er worden veel spullen gemaakt en verkocht die niet persé nodig zijn, soms ook nog verpakt in plastic en geproduceerd aan de andere kant van de wereld.

Je kunt je afvragen of het wel verstandig is om dat soort dingen te kopen.
Tweedehands?
Een andere optie is meer tweedehands kopen.  Ook kun je nog mooi wat geld terugverdienen als je je oude spullen verkoopt in plaats van weggooit.

Slide 7 - Tekstslide

Wat verandert er op het gebied van productie en afval?

Slide 8 - Woordweb

Veranderingen bij productie en afval
Bedrijven vinden het belangrijk
Bedrijven merken dat mensen duurzaamheid steeds belangrijker vinden.

Ze besteden daarom zelf ook meer aandacht aan recycling en zorgen dat hun producten cradle-to-cradle worden geproduceerd
Lokale producten
Producten die in de buurt zijn gemaakt in plaats van aan de andere kant van de wereld, hebben minder transport nodig.

Sommige boeren verkopen hun producten zelf. Dat scheelt veel transport.
Herbruikbare spullen
Sommige wetenschappers proberen vlees te maken in laboratoria: kweekvlees. Daar zijn dan geen dieren meer voor nodig, en dat scheelt weer voor de voetafdruk!
Makkelijker recyclen
Met verschillende afvalbakken wordt recycling makkelijker. We kunnen zo meer grondstoffen terughalen uit het afval.

Slide 9 - Tekstslide

Energie
  • Hoeveel energie je gebruikt heeft een grote invloed op jouw voetafdruk.

  • We kunnen energie halen uit hernieuwbare of niet-hernieuwbare (fossiele) bron.

  • Ook kunnen we proberen minder energie te gebruiken.

  • Energie gebruiken we neit alleen als stroom, maar ook om auto's op te laten rijden en de verwarming op te stoken.
Hernieuwbaar
Dit is hernieuwbaar!  Zon en wind raken niet op. Alleen: deze molens en panelen moeten wel gemaakt worden. Da’s duur en het kost grondstoffen. Gelukkig is dat maar éénmalig.
Niet-hernieuwbaar
Dit is vervuilend en niet hernieuwbaar!

Wel lekker goedkoop. Alleen zorgt het voor milieuvervuiling en aantasting. Niet eenmalig, maar altijd.

Slide 10 - Tekstslide

Wat verandert er in de energieproductie?

Slide 11 - Woordweb

Veranderingen in de energieproductie
Zonnepanelen
Het wordt steeds makkelijker en goedkoper om zonnepanelen op het dak van je huis te leggen.

Zo kunnen mensen hun eigen stroom opwekken.

Trein of vliegtuig
Europa wil dat we voor kortere afstanden vaker de trein pakken dan het vliegtuig.

Een vliegtuig verbruikt meer dan tien keer zoveel energie als een trein. Dat scheelt behoorlijk!
Accu's
Met accu’s kunnen we stroom van zon en wind opslaan voor later.

We moeten daar wel een beetje voorzichtig mee zijn, want het maken van accu’s kost ook veel grondstoffen. Gelukkig is dat eenmalig en zijn ze goed te recyclen.

Isolatie
Moderne huizen gebruiken veel minder energie. Ze zijn beter geïsoleerd en gebruiken veel LED verlichting.

Slide 12 - Tekstslide

Er verandert dus heel veel! De bedoeling is om klimaatneutraal te worden. Dan gebruiken we niet meer van de aarde dan wat die aan kan. Dit heeft wel tijd nodig. Dat komt omdat er ook nadelen aan deze overgang kunnen zitten.

Slide 13 - Tekstslide

Voor
Tegen
Zonnepanelen en windmolens zijn duur om te bouwen. Daarna leveren ze bijna gratis stroom.

Door klimaatverandering wordt niets doen uiteindelijk zelfs duurder.

Al die zonnepanelen en windmolens zijn te duur.

We kunnen het niet betalen. Dan maar geen verduurzaming.

Slide 14 - Tekstslide

Voor
Tegen
Mensen zijn afhankelijk van de aarde

Als we daar geen rekening mee houden, kúnnen we straks niet eens meer zo leven.

Het milieu en klimaat hebben pech.

Mensen hebben recht om te leven zoals ze willen.

Slide 15 - Tekstslide

Voor
Tegen
Opwarming betekent ook ander, heftiger weer. En dat leidt weer tot schade en mislukte oogsten.

Vervuiling zorgt voor een slechtere gezondheid.

Wat maakt het uit? Een beetje warmer is toch lekker.

Vervuiling merk ik toch niets van.

Slide 16 - Tekstslide

Duurzaamheid wordt steeds belangrijker. De meeste ontwikkelingen zijn ongeveer begonnen toen jullie geboren werden. Dit komt omdat steeds duidelijker wordt dat we een probleem hebben met duurzaamheid.

Jullie gaan hier later dus ook erg veel mee te maken krijgen. Het is dan goed om alvast te weten wat het probleem is en wat we kunnen doen om dat aan te pakken.

En daarom is aardrijkskunde zo belangrijk :)

Slide 17 - Tekstslide

Dat was het!
Ga nu voor jezelf na of je alles begrepen hebt.

Rechts zie je de onderwerpen die in deze les behandeld zijn. Ben je klaar voor de toets, of heb je hier nog hulp bij nodig? Sleep de leerdoelen naar de vakjes hieronder.
NEE!
Ik begrijp dit
echt niet
Ik vind dit nog steeds
heel moeilijk
Ik begin het
te snappen!
Volgens mij begrijp
ik dit!
JA!
Kom maar door
met die toets!
Je kunt de veranderingen beschrijven die plaatsvinden op het gebied van duurzaamheid.
Je kunt een mening vormen en onderbouwen over het belang van verduurzaming.
Je kunt gevolgen benoemen van wel of niet duurzaam leven.

Slide 18 - Sleepvraag

                          
                            Aardrijkskunde

Slide 19 - Tekstslide