Werkwoorden en werkwoordsvormen

Welkom! Pak je leesboek
Fijn dat je er weer bent.  Ga rustig naar je plek pak je spullen en start met lezen.
Nodig: Leesboek, laptop/chromebook schrift, pen en eventueel oortjes

toets is nagekeken, overleggen over cijfers
timer
10:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom! Pak je leesboek
Fijn dat je er weer bent.  Ga rustig naar je plek pak je spullen en start met lezen.
Nodig: Leesboek, laptop/chromebook schrift, pen en eventueel oortjes

toets is nagekeken, overleggen over cijfers
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Voor de docent: http://www.taalcanon.nl/vragen/wat-is-de-zin-van-schoolgrammatica/

  • lezen in je leesboek
  • wat is een werkwoord?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les leren?

  • Werkwoorden herkennen

  • Verschillende werkwoordsvormen herkennen in een zin

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij
van werkwoorden?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden
Werkwoorden zijn woordsoorten (weet jij andere?).
Ze komen in elke zin voor. 
Werkwoorden maken duidelijk wat er gebeurt of wat iemand doet.

Voorbeeld
Mevrouw de Roo eet een heerlijke pizza.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordsoorten
Een werkwoord is dus een woordsoort, maar waarom moet je al die woordsoorten kennen?
Omdat die woorden zich ook een beetje ‘hetzelfde gedragen’. En dan is het gemakkelijker om de regels toe te passen. 
Als je een nieuw werkwoord leert, bijvoorbeeld snarfen, weet je meteen dat het ook ik snarf en hij snarft moet zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het werkwoord in de volgende zin:

De docent geeft mij een goed cijfer.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het werkwoord in de volgende zin:

Een creatieve opdracht vind ik erg leuk

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de werkwoorden in de volgende zin:
Voor de filmtoets heb ik goede aantekeningen gemaakt.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de werkwoorden in de volgende zin:
Al mijn klasgenoten hebben zin om de film af te kijken

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordsvormen
Persoonsvorm
Karin luistert naar haar favoriete muziek.
Hele werkwoord (infinitief)
Karin wil naar haar favoriete muziek luisteren.
Voltooid deelwoord
Karin heeft naar haar favoriete muziek geluisterd.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm
De persoonsvorm zegt iets over de tijd waarin iets gebeurd en het onderwerp. Maar het is niet altijd het belangrijkste werkwoord:

Mijn broer heeft mijn pizza opgegeten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heel werkwoord
Werkwoordsvorm die in het woordenboek staat.
Gebruikt bij meervoud

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord
Begint meestal met ge-, be-, ver- of -ont.
Staat nooit alleen in een zin.
Is gekoppeld aan een persoonsvorm als: hebben, worden of zijn (hulpwerkwoorden)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk in tweetallen
Digitaal: Via som/leermiddelen: Nieuw Nederlands
We nemen het eerst even samen door!
Cursus 5 grammatica - werkwoord
opdracht 1 in tweetallen
opdracht 2/4: vanaf volgorde slepen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies