4.2 Rekenen met procenten 2m2

4.2 Rekenen met procenten
Welkom leerling uit 2m2
Fijn dat je er bent en meedoet met de les
Omdat er een aantal leerlingen een toets gaat inhalen werk je zelfstandig de theorie door en ga je aan de slag met het huiswerk
Pak je rekenmachine uit de tas (en anders moet je er een lenen)
Laten we aan de slag gaan

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.2 Rekenen met procenten
Welkom leerling uit 2m2
Fijn dat je er bent en meedoet met de les
Omdat er een aantal leerlingen een toets gaat inhalen werk je zelfstandig de theorie door en ga je aan de slag met het huiswerk
Pak je rekenmachine uit de tas (en anders moet je er een lenen)
Laten we aan de slag gaan

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Opdracht uit de vorige les bekijken
Doelen van 4.2 Rekenen met procenten
Uitleg
Zelfstandig aan de slag

Probeer dus zo zachtjes mogelijk te werken!

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Lukt het je nu zelf om een verhoudingstabel te maken?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien

Slide 4 - Quizvraag

Doelen 4.2
Je leert:
 - Een breuk omzetten in een percentage
- De nieuwe prijs uitrekenen bij korting

Slide 5 - Tekstslide

4.2 Breuken en procenten
Breuken kun je schrijven als procenten en 
procenten kun je schrijven als procenten 
1 % = 1 van de 100 = 

Sommige breuken en bijbehorende percentages ken je misschien al. 
Kijk voor een overzicht van de belangrijkste op de volgende pagina.
1001

Slide 6 - Tekstslide

Overzicht breuken en procenten

Slide 7 - Tekstslide

Breuken en procenten
Niet alle breuken zijn handige percentages. 
Toch kun je alle breuken omzetten naar percentages:
- je maakt er een decimaal getal van en vermenigvuldigt dit met 100

Slide 8 - Tekstslide

= .....%

Vul het juiste getal in afgerond op 1 decimaal
157

Slide 9 - Open vraag

Korting en procenten
Als je korting krijgt kun je de nieuwe prijs berekenen door de korting van de oude prijs af te trekken. 
Vaak is het handiger om te rekenen met het percentage dat je moet betalen. 
40 % korting = 100 - 40 = 60 % betalen
Korting is een prijsverlaging, de nieuwe prijs is daarom lager dan 100%

Slide 10 - Tekstslide

Je krijgt 35 % korting.
Hoeveel procent moet je betalen?
Schrijf je antwoord op als ...% (zonder spaties)

Slide 11 - Open vraag

Korting en procenten

Slide 12 - Tekstslide

Een bureau kost normaal 349 Euro. Je krijgt 15 % korting. Bereken hoeveel het bureau nog kost. Schrijf alleen het getal op.

Slide 13 - Open vraag

Zelfstandig werken
Huiswerk:
 ◊ Lees de theorie van 4.2 Rekenen met procenten op blz 136-137 of bekijk het filmpje 4.2 Van breuk naar procenten 
 ◊ Lees alvast de theorie van 4.3 op blz 140 of bekijk het filmpje 4.3 Prijs inclusief btw
 ◊ Maken van 4.2 de opdrachten 9, O10, 12 en O15 of 9, 10, 12 en 15
Al gemaakt:
4.1 opdrachten 2, 3, O4 en 5 / 2,3,4 en 5



Slide 14 - Tekstslide