Les 04 - Een tekst opbouwen

Een tekst opbouwen
Schrijfvaardigheid A5, pagina 212 tot en met 215
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Een tekst opbouwen
Schrijfvaardigheid A5, pagina 212 tot en met 215

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- uit welke drie onderdelen een zakelijke tekst is opgebouwd; 
- welke tekstelementen in een inleiding, kern en slot thuishoren; 
 - hoe je tekstelementen ordent, zodat er een logische samenhang is. 

Slide 2 - Tekstslide

Een tekst opbouwen
Afgelopen lessen hebben we gezien hoe we goede zinnen en alinea's schrijven. Voor het schrijven van een goede tekst is meer nodig. 

Een goede tekst is opgebouwd uit drie onderdelen: een inleiding, een kern en een slot. 

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw tekst
Afhankelijk van de soort tekst kan de inhoud enigszins verschillen, maar over het algemeen hebben inleiding, kern en slot alle een functie. 

- Met de titel trek je de aandacht en laat je weten waar de tekst over gaat.
- In de inleiding introduceer je het onderwerp en laat je weten wat de lezer van de tekst kan verwachten. 
- In het middenstuk werk je het onderwerp uitgebreid verder uit. 
- In het slot volgt een samenvatting of conclusie van de tekst. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ga je te werk?
Begin niet direct met schrijven, maar stel eerst een aantal vragen: 
- Wat wil je precies vertellen en aan wie? 
- Welke vragen heeft de lezer over dit onderwerp? 
- Welke informatie is relevant? 
- Wat is een logische volgorde?

Zet eventueel in steekwoorden de structuur op een kladblaadje. 

Slide 5 - Tekstslide

Inleiding
De inleiding is meestal één alinea. Hierin moet je ervoor zorgen dat je de aandacht van de lezer oppakt en vasthoudt. 

- Begin met één of enkele zinnen waarmee je de lezer nieuwsgierig maakt. 
- Omschrijf het onderwerp kort, aantrekkelijk en duidelijk.
- Geef globaal aan welke onderdelen in het middenstuk langskomen.

Slide 6 - Tekstslide

Middenstuk
Het middenstuk bevat meerdere alinea's: één per deelonderwerp.

- Zorg ervoor dat informatie die bij elkaar hoort in één alinea staat. 
- Denk goed na over in welke volgorde je de deelonderwerpen wilt behandelen. 
 - Gebruik eventueel tussenkopjes om deelonderwerpen te verduidelijken.

Slide 7 - Tekstslide

Slot
Net als de inleiding bestaat het slot uit één alinea. 

- Vaak vind je in het slot een conclusie of een samenvatting. 
- Staat in de inleiding een vraag? Dan volgt in het slot het antwoord. 
- Staat in de tekst een stelling met argumenten? Dan volgt in het slot de conclusie. 
- Het slot zorgt ervoor dat de tekst een afgerond geheel is. 

Slide 8 - Tekstslide

Structuur en verbinding
Zorg ervoor dat zowel binnen als tussen alinea's duidelijk is van welke verbanden er sprake is.  

Maak hierbij gebruik van verbindingswoorden (pagina 34) en varieer hierin. 

Veel voorkomende verbanden zijn tijd, opsomming en conclusie

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 1 tot en met 4 op pagina 213 en 214.

Slide 10 - Tekstslide