English- Making plurals

Ali
Rodi
Galen
Mark
Merve
Kostya
Maya
Semret
Leeg
Eymen
Sanjena
Ebrahim
Maua
Eva
Jenaf
Karam
Kaan
Maria
Leeg
Rumyana Y
Leeg
Corry
Rumyana E
Ivan
Docent
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ali
Rodi
Galen
Mark
Merve
Kostya
Maya
Semret
Leeg
Eymen
Sanjena
Ebrahim
Maua
Eva
Jenaf
Karam
Kaan
Maria
Leeg
Rumyana Y
Leeg
Corry
Rumyana E
Ivan
Docent

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar
  1. Ga gelijk op je plek zitten.
  2. Laptop opstarten en daarna opzij zetten.
  3. Boek b, map & pen op tafel
  4. Plaats je mobiel in zakkie op tafel.
  5. Rustig wachten tot de les start.

  

timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Today’s Program & Learning Goals
Grammar: Plural
Opdrachten Plural
Goal:
At the end of the lesson we can apply the correct plural form.

Doel: aan het eind van de les kunnen we de juiste meervoudsvorm toepassen.

Slide 5 - Tekstslide

timer
1:00
A noun = zelfstandig naamwoord
namen van mensen, dieren en dingen
Can you give a noun in English, please?

Slide 6 - Woordweb

A noun
man, woman, student, girl, boy
objects - chair,  table, eye, kitchen, house, football
animals - cat, dog


Slide 7 - Tekstslide

Meervoud
=
Plurals!

Slide 8 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een meervoud in het Nederlands

Slide 9 - Open vraag

Hoe maak je meervouden in het Engels?
De algemene regel is:
Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord (noun).
Voorbeeld:
One boy --> two boys
One apple --> three apples
One house --> four houses
Onthoud: nooit 's! 

Slide 10 - Tekstslide

Uitzondering 1
Eindigt het woord op medeklinker + Y --> meervoud wordt -ies
Voorbeeld: 
One hobby --> two hobbies
One story --> six stories
One bunny --> three bunnies

Slide 11 - Tekstslide

Uitzondering 2
Eindigt het woord op -f(e) --> meervoud wordt -ves
Voorbeeld:
one knife - two knives
one wife - three wives
one leaf - nine leaves

Slide 12 - Tekstslide

Uitzondering 3
Eindigt het woord op -s -ss -sh - ch -x --> meervoud wordt -es
Voorbeeld:
one bus --> two buses 
one business --> two businesses
one wish --> two wishes
one witch --> two witches
one box --> two boxes 

Slide 13 - Tekstslide

Uitzondering 4
Eindigt het woord op medeklinker + o --> meervoud wordt -es
Voorbeeld:
one hero --> two heroes
one tomato --> four tomatoes

Slide 14 - Tekstslide

Onregelmatige meervouden
man        >  men
woman  >  women
child       >  children
person   >  people
Sommige meervouden moet je uit je hoofd leren:
sheep       >  sheep
fish            >  fish
mouse      >  mice
tooth         >  teeth
foot            >  feet

Slide 15 - Tekstslide

brush
A
brushes
B
brush's
C
brushs
D
brushies

Slide 16 - Quizvraag

1 fish
A
fishes
B
fish
C
fishen
D
fishies

Slide 17 - Quizvraag

foot
A
foots
B
feet
C
footes
D
feets

Slide 18 - Quizvraag

fork
A
forks
B
forkes
C
fork
D
forkess

Slide 19 - Quizvraag

knife
A
Knifes
B
Knives
C
Knifs
D
Knivs

Slide 20 - Quizvraag

story
A
storys
B
storis
C
stories
D
stores

Slide 21 - Quizvraag

Ik kan nu de juiste vorm van meervoud gebruiken.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
misschien

Slide 22 - Quizvraag

Task
Maak oefeningen
31 (a & b)
32 (a & b)

Slide 23 - Tekstslide

Round-up
Today…
... we have looked at how to make nouns plural.
Bedenk een woord om meervoud te maken als je de klas uitgaat als een uitrijkaart (exit ticket).

Slide 24 - Tekstslide