Les 1, tweeklanken en spiritus

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke letters komen er na κ, λ, μ, ν?
A
phi, chi, psi
B
ksi, omikron, pi
C
omikron, pi, ksi
D
pi, rho, sigma

Slide 2 - Quizvraag

Welk woord staat hier?
Ποσειδον

Slide 3 - Open vraag

Waar gaat
deze bus
naar toe?

Slide 4 - Open vraag

Welke letter staat hier?
Σ
A
xi
B
rho
C
sigma
D
omega

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een klinker
en een tweeklank in het Nederlands.

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Een iota subscriptum schrijf je soms
A
bij kleine letters, na een lange klinker (ω, η, α)
B
bij kleine letters en hoofdletters, na een lange klinker (ω, η, α)
C
bij kleine letters na een korte klinker (α, ε, ο)
D
bij kleine letters en hoofdletters na een korte klinker (α, ε, ο)

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste weergave in kleine letters? ἘΛΕΦΑΣ
A
ἐλεφας
B
ἠληφας
C
ἐλεθας
D
ἐλεγας

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste weergave in kleine letters? ΣΩΙΖΩ
A
σωιζω
B
σῳζω
C
σωιξω
D
σῳξω

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste weergave in hoofdletters? γυμνασιον
A
ΓΥΜΝΑΣΙΟΝ
B
ΓΥΝΜΑΣΙΟΜ
C
ΨΥΜΝΑΣΙΟΝ
D
ΓΨΜΝΑΣΙΟΝ

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf in Nederlandse letters: δημοκρατια

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Waar staat de spiritus op de juiste plek?
A
αὐλη
B
ἀυλη

Slide 20 - Quizvraag

Wat is juist?
A
ῤοπαλον
B
ῥοπαλον
C
ροπαλον

Slide 21 - Quizvraag

Wat staat hier?
εἷς
A
eis
B
heis

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide