KB Crimi H9 Criminaliteitsbeleid

H9 Criminaliteitsbeleid
  • Wie maken de regels en afspraken over criminaliteit? (9.1)
  • Wat voor soorten criminaliteitsbeleid zijn er? (9.2)
  • Hoe werkt preventie? (9.3)
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H9 Criminaliteitsbeleid
  • Wie maken de regels en afspraken over criminaliteit? (9.1)
  • Wat voor soorten criminaliteitsbeleid zijn er? (9.2)
  • Hoe werkt preventie? (9.3)

Slide 1 - Tekstslide

9.1 De overheid en de politiek
Lesdoel
Na deze les kun jij...
... vertellen wie de regels en afspraken over de bestrijding van criminaliteit maken
... vertellen hoe de politieke partijen denken over de bestrijding van criminaliteit




Slide 2 - Tekstslide

Wie maken de regels?
Op twee niveaus worden er regels gemaakt:
- Landelijk (wetten)
- Gemeentelijk (APV)

Slide 3 - Tekstslide

Land
  • Regering+ parlement: bepalen wat strafbaar is en bepalen de strafmaat.
  • Openbaar Ministerie + politie: sporen strafbare feiten op en vervolgen verdachten.
  • Rechters: zij zijn onafhankelijk en spreken recht.

Slide 4 - Tekstslide

Gemeente
In de gemeente maken het college van B&W (burgemeester en wethouders) en de gemeenteraad nieuwe regels.
De gemeente mag alleen overtredingen strafbaar stellen. Dit noemen we dan een APV: Algemene Plaatselijke Verordening. Deze regel geldt dus alleen voor die gemeente.
Voorbeeld: demonstratieverbod of blowverbod 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Burgemeester
  • Verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente.
  • Voorzitter van de gemeenteraad en College van B&W.
  • Hoofd van politie en brandweer.
  • Werkt samen met de politiecommissaris + OvJ
      =driehoeksoverleg.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Wat vindt de politiek?
Linkse partijen= vooral preventieve maatregelen nemen (wijkagenten, wijken opknappen, zorgen voor werk)

Christelijke partijen= de omgeving is belangrijk (gezin, school, respect leren) bij het voorkomen van criminaliteit

Rechtse partijen= repressie/ zwaardere straffen + meer bevoegdheden voor de politie.

Slide 9 - Tekstslide

Maken 9.1
13, 15 en 16

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
Wat weet je nog?

Slide 11 - Tekstslide

Wat is repressie?
A
criminaliteit bestrijden
B
criminaliteit gedogen
C
criminaliteit voorkomen

Slide 12 - Quizvraag

Welke partij wil vooral repressieve maatregelen?
A
GroenLinks
B
PvdA
C
SP
D
VVD

Slide 13 - Quizvraag

Wie maken een APV?
A
Het parlement
B
De regering
C
De gemeenteraad
D
De rechter

Slide 14 - Quizvraag

Waarom mag een burgemeester een demonstratie verbieden?

Slide 15 - Open vraag

9.2 beleidsterreinen
De afspraken en regels om criminaliteit te bestrijden worden opgesplitst in verschillende onderwerpen:
  • Opsporingsbeleid
  • Vervolgingsbeleid
  • Gevangenisbeleid
  • Jeugdbeleid
  • Preventief / repressief beleid (9.3)

Slide 16 - Tekstslide

Opsporingsbeleid
Niet alle criminaliteit kan worden opgespoord omdat daar simpelweg niet genoeg mensen (geld) voor is. Er moeten prioriteiten gesteld worden: welke vormen van criminaliteit moeten vooral worden aangepakt?
Ook moeten er afspraken gemaakt worden over opsporing: Welke middelen mogen gebruikt worden? Welke wettelijke bevoegdheden heeft de politie om criminaliteit op te sporen?
 De identificatieplicht en het preventief fouilleren hebben opsporing makkelijker gemaakt.

Slide 17 - Tekstslide

Vervolgingsbeleid
Afspraken maken over de manier van vervolgen
  • Voorbeeld: snelrecht = lik-op-stukbeleid: zo snel mogelijk voor de rechter verschijnen.
  • Ander voorbeeld: gedoogbeleid drugs (softdrugs worden in sommige gevallen toegestaan)

Slide 18 - Tekstslide

Gevangenisbeleid
Afspraken over de behandeling + opvang van veroordeelden. 
  • Bijvoorbeeld: hoeveel personen in een cel of wanneer mag een gevangene met verlof.

Slide 19 - Tekstslide

Jeugdbeleid
  • Meer toezicht en controle om criminaliteit te voorkomen.
  • vaker zinvolle straffen: Halt
  • Aandacht voor onderwijs om spijbelen tegen te gaan.
  • Banenplannen om jongeren aan werk te helpen. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Maken 9.2:
Vraag 17, 19a, 20 en 21

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting
Wat hebben jullie onthouden van deze les?

Slide 23 - Tekstslide

Wat betekent snelrecht?
A
Een korte rechtzaak
B
Een boete van de politie
C
Sommige feiten kunnen snel bestraft worden

Slide 24 - Quizvraag

Onder welk soort beleid valt snelrecht?
A
Gevangenisbeleid
B
Jeugdbeleid
C
Opsporingsbeleid
D
Vervolgingsbeleid

Slide 25 - Quizvraag

Onder welk soort beleid valt het geven van meer bevoegdheden aan de politie?
A
Gevangenisbeleid
B
Jeugdbeleid
C
Opsporingsbeleid
D
Vervolgingsbeleid

Slide 26 - Quizvraag

Wat doet bureau Halt?
A
Jongeren vervolgen
B
Jonge criminelen bestraffen
C
Jongeren heropvoeden

Slide 27 - Quizvraag

9.3
Repressie en Preventie

Slide 28 - Tekstslide

Preventief en repressief
Beleid kan een preventieve werking of een repressieve werking hebben:
Preventieve werking: er wordt voorkomen dat er criminaliteit plaatsvindt
Repressieve werking: harde(re) straffen

Slide 29 - Tekstslide

Preventief werking van beleid door de overheid
  • Voorlichting geven (alcohol, vuuwerk, inbraak)
  • Halt: straf voor jongeren om strafblad te voorkomen.
  • Woonomgeving verbeteren.(straatverlichting, struiken, voetbalveldje)
  • Sociale controle vergroten (camera's, stadswachten)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Preventie door mensen zelf:
  • Bedrijven: bewaking inschakelen.
  • Winkeliers: poortjes, meer personeel enz.
  • Scholen: Werken samen met de politie tegen spijbelen
  • Wijken: Mensen letten zelf op elkaar, burgerwacht.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Wat is een voorbeeld van een preventieve maatregel ?
A
Meer camera's ophangen
B
meer boetes uitdelen
C
verdachte langer vasthouden

Slide 34 - Quizvraag

De basis van een veilige samenleving wordt thuis gelegd
A
links
B
christelijk
C
rechts
D
allemaal

Slide 35 - Quizvraag

Wij vinden dat we keihard moeten optreden tegen criminaliteit
A
links
B
christelijk
C
rechts
D
allemaal

Slide 36 - Quizvraag

maken
H9 vraag 13, 18 en de examenopgaven op blz. 110 en 111

Slide 37 - Tekstslide