Hoofdstuk 4-rentekosten

Rentekosten
Hoofdstuk 4 exploitatiekosten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Rentekosten
Hoofdstuk 4 exploitatiekosten

Slide 1 - Tekstslide

Examentermen
Aan het einde van de les kun je rentekosten van het vreemd vermogen berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Rentekosten
Waarom moet je rente betalen over geleend geld/vreemd vermogen?
-> meestal een vast percentage per jaar, maar je moet ook per maand kunnen berekenen.
Tekst

Slide 3 - Tekstslide

Rentekosten
De hoogte van de rentekosten is afhankelijk van drie factoren:
  • Kapitaal (K)
  • Interestpercentage (P)
  • Tijdsperiode dat het bedrag geleend wordt (T)

Slide 4 - Tekstslide

Rentekosten
Je kunt rentekosten op twee manieren berekenen:
  • Eerst jaarlijkse rente uitrekenen en dan naar maanden
  • Via de formules in het boek

Slide 5 - Tekstslide

Manier 1:
Reken eerst de jaarlijkse rente uit.
Bijvoorbeeld: 5% rente over €10.000 vreemd vermogen.

10.000 / 100 x 5% = €500 aan rente in een heel jaar.

Slide 6 - Tekstslide

Manier 1:

€500 aan rente in een heel jaar.
  •  De rente voor 5 maanden is dan -> 500 / 12 x 5 = €208,33 aan rente in 5 maanden.
  • De rente per dag is dan -> 500 / 360 = €1,39 aan rente per dag.

Slide 7 - Tekstslide

Manier 2:
Op het formuleblad staat:
Rentekosten = Kapitaal x Percentage x Tijd

Rente T in jaren -> (K x P x T) / (100)
Rente T in maanden -> (K x P x T) / (100 x 12)
Rente T in dagen -> (K x P x T) / (100 x 360)

Slide 8 - Tekstslide

Manier 2:

Bijvoorbeeld: 5% rente over €10.000 vreemd vermogen.

Rente T in jaren = (10.000 x 5 x 1) / (100) = €500
Rente T in maanden = (10.000 x 5 x 12) / (100 x 12) = €500
Rente T in dagen = (10.000 x 5 x 360) / (100 x 360) = €500

Slide 9 - Tekstslide

Oefenopgave
Bedrijf A leent €60.500 van de bank. Er wordt gerekend met een rente van 9%.
A. Bereken de jaarlijkse rentekosten.
B. Bereken de rentekosten over 7 maanden.
C. Bereken de rentekosten over 27 dagen.

Slide 10 - Tekstslide

Uitwerking A
A. Bereken de jaarlijkse rentekosten.
€60.500 / 100 x 9 = €5.445
of
(60.500 x 9 x 1) / 100 = €5.445

Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking B
B. Bereken de rentekosten over 7 maanden.
60.500 / 100 x 9 / 12 x 7 = €3.176,25
of
(60.500 x 9 x 7) / (100 x 12) = €3.176,25

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking C
C. Bereken de rentekosten over 27 dagen.
60.500 / 100 x 9 / 360 x 27 = €408,38
of
(60.500 x 9 x 27) / (100 x 360) = €408,38

Slide 13 - Tekstslide

Tussentijdse aflossing
Soms wordt er tussentijds afgelost. Dit wil zeggen dat er halverwege het jaar een stukje schuld wordt terugbetaald.

Over het afgeloste deel hoef je geen rente meer te betalen!

Slide 14 - Tekstslide

Tussentijdse aflossing
Bedrijf B leent in 2020 €9.000 en betaalt hier 7% rente over. Na 6 maanden lost het bedrijf €2.000 af.

Bereken de rentekosten voor 2020.

Slide 15 - Tekstslide

Tussentijdse aflossing
Tijdens de eerste 6 maanden betaal je 7% rente over €9.000.

Na 6 maanden los je schulden af en betaal je 6 maanden lang 7% over 9.000-2.000=€7.000

Slide 16 - Tekstslide

Tussentijdse aflossing
Tijdens de eerste 6 maanden betaal je 7% rente over €9.000.

9.000 / 100 x 7 / 12 x 6 = €315
of
(9.000 x 7 x 6) / (100 x 12) = €315

Slide 17 - Tekstslide

Tussentijdse aflossing
Na 6 maanden los je schulden af en betaal je 6 maanden lang 7% over 9.000-2.000=€7.000

7.000 / 100 x 7 / 12 x 6= €245
of
(7.000 x 7 x 6) / (100 x 12) = €245

Slide 18 - Tekstslide

Tussentijdse aflossing
Totale rentekosten van 2020 -> rentekosten eerste half jaar + rentekosten tweede half jaar

315 + 245 = €560 aan totale rentekosten in 2020

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Instapvragen en verdiepende vragen.
Kies zelf welke vragen je wil maken.

Slide 20 - Tekstslide