Verkeer ISK les 4 Openbaar vervoer
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je van de vorige les?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Welk bord is dit?
A
Hier is/Hier moet
B
Voorrangsweg
C
Je mag niet
D
Pas op
Slide 11 - Quizvraag
Je ziet dit. Wat doe je?
A
Je stopt
B
Je fietst door
Slide 12 - Quizvraag
Welk bord is dit?
A
Toegestaan voor fietsers
B
Verboden voor fietsers
Slide 13 - Quizvraag
Mag dit?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wie mag eerst?
A
de tram
B
de fietser
Slide 20 - Quizvraag
Als eerste
Als tweede
De mensen stappen in
De mensen stappen uit
Slide 21 - Sleepvraag
De bus gaat weg bij
de halte. Wie mag eerst
de halte. Wie mag eerst
A
B
A
De fietser
B
De bus
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wat heb je geleerd
