oefentoets 29-32 GT 2024
1 / 20
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een APGAR score?
A
Test om gezondheid baby vast te stellen
B
Test om gezondheid moeder vast te stellen
C
Score om alle reflexen te tellen
D
Score voor de kraamverzorgende
Slide 2 - Quizvraag
Bij welke reflex gaan de armen van de baby opzij of de lucht in?
A
Loopreflex
B
Grijpreflex
C
Zoekreflex
D
Schrikreflex
Slide 3 - Quizvraag
Hoe warm moet het water in een babybadje zijn?
A
40 graden
B
30 graden
C
lauw warm
D
37 graden
Slide 4 - Quizvraag
Hoe noem je de eerste ontlasting van een baby?
A
Magnesium
B
Medium
C
Meconium
D
Urine
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Iemand met een lactose intolerantie mag geen:
A
Suikerrijke producten
B
Zuivelproducten
C
Zetmeelproducten
D
Tarweproducten
Slide 7 - Quizvraag
Mevrouw Wit heeft een hoge bloeddruk. Wat mag deze persoon niet eten?
A
Granen
B
Zout
C
Melk
D
Noten
Slide 8 - Quizvraag
Wie of wat is Korsakov?
A
Een DJ.
B
Een drankje met een alcoholpercentage van bijna 50%.
C
De ontdekker van wodka.
D
Hersenbeschadiging als gevolg van overmatig alcoholgebruik.
Slide 9 - Quizvraag
Autisme is dit een stoornis of een ziekte
A
ziekte
B
stoornis
Slide 10 - Quizvraag
Beroepsgeheim is.........................
A
Niemand mag weten welk werk je doet.
B
Werken in een ander land.
C
Onderdeel van politie.
D
De plicht te zwijgen over dingen die je weet vanuit je beroep.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is domotica?
A
een app waarmee iemand kan checken of hij gezond leeft
B
een robot die je kan inzetten zodat iemand zich minder eenzaam voelt
C
het automatiseren van elektrisch apparaten in het huis van de zorgvrager
Slide 12 - Quizvraag
Van welk soort motivatie is hier sprake?
Emma gaat zwemmen want daarna voelt zij zich heerlijk ontspannen.
Emma gaat zwemmen want daarna voelt zij zich heerlijk ontspannen.
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie
Slide 13 - Quizvraag
Neten zijn eitjes van luizen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
hoeveel basisregels kent de EHBO?
A
5
B
4
C
6
D
2
Slide 16 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de 4 basisemoties
A
blij
B
boos
C
bedroefd
D
bezorgd
Slide 17 - Quizvraag
Bij een gesprek kan je gebruik maken van de LSD techniek. Waar staat LSD voor?
A
luisteren - samenvatten - doorvragen
B
luisteren - samenvatten - demonstreren
C
listening - speak - done
D
luisteren - spreken - denken
Slide 18 - Quizvraag
Wat is empathie/inlevingsvermogen?
A
Een emotie
B
Je kunnen verplaatsen in de gevoelens van een ander
C
Geen gevoelens hebben
D
Dat je altijd vrolijk bent.
Slide 19 - Quizvraag
Wat past bij grenzen stellen?
A
Hard op de feiten, zacht op de persoon.
B
Zacht op de feiten, hard op de persoon.
