2HV - les 2 hay/estar/ser

Programa
  1. Controlar los deberes
  2. Ser 
  3. Hay
  4. Estar
  5. Trabajamos
  6. Deberes
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programa
  1. Controlar los deberes
  2. Ser 
  3. Hay
  4. Estar
  5. Trabajamos
  6. Deberes

Slide 1 - Tekstslide

Controlamos los deberes
  • Voca Unidad 5 blz 107 NL-SP 1-20
  • p. 56, ejercicios 1, 2 y 3

Slide 2 - Tekstslide

ZIJN in het Spaans
SER = zijn
ESTAR = zijn
HAY = er is, er zijn

ZIJN - wanneer kies je welke?

Slide 3 - Tekstslide

Ser
Betekenis:  zijn

Gebruik
- vaste eigenschappen. 
- Identiteit (nationaliteit, geslacht, beroep en afkomst)

- Tijd, data, dagen en gebeurtenissen 

- Waarvan iets gemaakt is, iemand zijn eigendom

Slide 4 - Tekstslide

HAY

Betekenis: er is / er zijn 

(of in een vraagzin: is er / zijn er?)


Heeft maar 1 vervoeging: Hay


Gebruik:
- hoeveelheden (mucho/a, poco/a, demasiado/a, etc)
- onbepaalde lidwoorden (un, una, unos, unas).


Slide 5 - Tekstslide

ESTAR
Betekenis: Zijn / zich bevinden

Gebruik: 
- plaatsbepaling
- gevoel, stemming, emotie
- fysieke toestanden 
- uiterlijkheid
- Burgelijke staat (getrouwd, gescheiden, overleden, etc.)
Blz. 54, ej 1 & 2

Slide 6 - Tekstslide

Hay/ser/estar (zijn)
Bij 'zijn' altijd de top 3 volgen:

1. Hay (staat er letterlijk 'er is' of 'er zijn' in de zin?)

2. Estar (kun je 'zijn' vervangen door 'zich bevinden'?)

3. Ser (in de overige gevallen). 

Let op: je kunt je ook in een tijdelijke emotionele staat bevinden. Bijv. verdrietig, boos, verliefd etc. Ook dan gebruik je 'estar'.

Slide 7 - Tekstslide

Hay - Estar - Ser

Blz 54, ej 1, 2
Blz 55, ej 4

Slide 8 - Tekstslide

¿ Hay / Estar / Ser ?
  1. Estoy / soy en la clase.
  2. eres/ estás una chica alta y guapa
  3. La madre de mi amigo es / está policía
  4. Los amigos de Pepe son/ están en el parque
  5. Hay/ están muchas casas bonitas en este barrio
  6. ¿Dónde hay/ está el móvil de mi hermana?
  7. Vosotros sois/estáis unos alumnos muy listos
  8. Somos/ Estamos en el centro comercial

Slide 9 - Tekstslide

Quizlet LIVE

werkwoord ESTAR

Slide 10 - Tekstslide

Deberes
Voca Unidad 5 blz 107 NL-SP
1-30

Slide 11 - Tekstslide