Waarom mensen werken en werk zoeken

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Burgerschap

Dimensie: Economie

Waarom werk je? Werk zoeken. 

Programma van blok 2

Week 1: Arbeidsvoorwaarden /CAO/ salaris

Week 2: CAO + salaris (deel 2)

Week 3: Belasting

Week 4: Arbeidsomstandigheden

Week 5: Waarom werk je?

Week 6: Werk zoeken (Als je geen baan hebt?)

Week 7: Toeslagen en uitkeringen

Week 8: Opdracht moodboard

Week 9: CV maken en motivatiebrief opstellen 

Wat gaan we vandaag doen?

1. Terugblik les over belasting

2. Lesdoelen doornemen

3. Redenen waarom mensen werken

4. Energizer 'flipping'

5. Werk zoeken

6.  Evalueren lesdoelen  

Evaluatie lesdoelen

Terugblik vorig les (belasting)

Lesdoelen

1. Je  weet waarom mensen werken  

2. Je leert hoe je een baan kunt vinden

Waarom ga je werken?

Waarom werken we? 

- Geld

- Sociale contacten

- Zelfontplooiing

- Status / waardering / maatschappelijke positie

- Regelmaat

- Zekerheid

Studenten gaan aan de slag met opdracht 3.02 t/m 3.05. 

Piramide van Maslow

1 = 1e levensbehoeften -> eten, drinken, kleding en onderdak

2 = zekerheid en veiligheid -> bv. Van een vast inkomen

3 = ergens bij horen -> mensen willen zich “nuttig” voelen (dat je belangrijk bent)

4 = waardering en erkenning-> mensen willen graag “status”. Hoe groter de waardering, hoe meer tevreden mensen zijn.

5 = je dromen waarmaken / je doelen bereiken. Voor bijna niemand te bereiken. Als je namelijk je droom hebt bereikt, is er altijd wel weer een nieuwe droom. En dromen kosten meestal geld.

Als ik niet genoeg betaald krijg, neem ik de baan niet aan.

Eens

Oneens

Een diploma moet verplicht zijn voor ieder beroep

Eens

Oneens

Iedereen moet verplicht 3 uur per week vrijwilligerswerk doen

Eens

Oneens

werkgever

werknemer

Werk zoeken

Individueel maken opdracht 3.06 blz 73. 

Schrijf op welke woorden nog lastig zijn. 

Energizer 'flipping' 

Wat heb je nodig? Een voorwerp (pen, bal, gum, etc.)

Je gaat in tweetallen bij een tafel tegenover elkaar staan. 

Het voorwerp (propje papier, pen, bal, gum, etc.) leg je in het midden, dus tussen jullie in.  

Ik zeg hoofd, dan raak je met beide handen je hoofd aan. 

Ik zeg rug, dan raak je met beide handen je rug aan. 

Ik zeg tafel dan raak je met beide handen de tafel aan. 

Wanneer ik het magisch woord flipping zeg dan pak je zo snel mogelijk het voorwerp (pen, bal, gum, etc.). 

10 minuten 

https://youtu.be/8-1xdBjx2Gw?t=268 

Vanaf 4:28 - 5:30

Heb jij een bijbaan?

JA

Nee

Hoe heb jij jouw bijbaan gevonden?

Wat is een vacature? 

..............Een arbeidsplaats dat niet bezet is.

In een vacture staat: 

- de omschrijving van de functie 

- wat het bedrijf jou kan bieden

- functie-eisen (kennis en vaardigheden) 

We maken opdracht 3.07 op blz 74 in individueel, daarna antwoorden in duo's delen dan klassikaal bespreken. 

Enkele studenten zijn eerder klaar met de opdracht. Deze kunnen een vacature zoeken op internet dat aansluit bij de opleiding die ze nu volgen. Ze bekijken de functie-eisen en wat de werkgever te bieden heeft. 

Waar kan je een vacature zoeken? 

'Via via' 

- netwerken

Advertenties

- Internet (voorbeeld Nationale vacaturebank, LinkedIn/social media), kranten of tijdschriften

Uitzendbureau

- Randstad , Unique, Startpeople, etc. 

Maken 3.08 en 3.09

0

Filmfragment openen in Youtube zodat de snelheid kan worden aangepast. 

Maken 3.08 en 3.09.

Oefenen

Bespreek samen of schrijf op

Wat vind jij de beste manier om werk te zoeken? Vertel ook waarom. 

Denk aan: Vacatures zoeken op internet of in de krant. Je inschrijven bij een uitzendbureau of aan familie en vrienden vragen of ze vacatures voor je weten.

Je wilt graag je netwerk groter maken.
Hoe kun je nieuwe mensen leren kennen?

Extra opdracht 2: Indien de studenten klaar zijn dan opdracht 3.08 en 3.10 maken. 

Stel er is geen vacature....

Open sollicitatie

• Zonder vacature
  
• Contact met bedrijf opnemen

Opdracht 3.11 maken 

Je gaat solliciteren 

In een motivatiebrief schrijf je waarom jij deze baan wilt en waarom jij geschikt bent. 

Je voegt ook een CV (Curriculum Vitae) toe. 

Wat staat er in een CV?

Maken opdracht 3.12 en 3.13

Maken 3.14 en 3.15

Langzaam afspelen.

wat zijn jouw kwaliteiten en minder sterke punten? 

Voorbeelden van kwaliteiten kunnen zijn: 

- flexibel, nauwkeurig, behulpzaam...

Minder sterke punten  

- onzeker, alles zelf willen doen, ongeduldig...... 

Maken opdracht 3.16

onderdeel E oefenen in tweetallen. 

Daarna bespreken en opdracht 3.17 maken. 

Deze foto past het best bij het soort werk dat ik later wil gaan doen

Evaluatie lesdoelen

1. Je weet waarom mensen werken

2. Je leert hoe je een baan kunt vinden

Evaluatie 

Wat heb jij vandaag geleerd?

Wat vond jij van de les?