6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 2)

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 2)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

Begroting:
  • Een overzicht van te verwachten inkomsten en uitgaven in een bepaalde tijd
6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)
  • Rijksbegroting
  • Een overzicht van te verwachten inkomsten en uitgaven van Het Rijk in een bepaald jaar

Slide 2 - Tekstslide

Miljoenennota:
  • Toelichting op de rijksbegroting
  • Uitleg over de gemaakte keuzes
6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)
Vraag 49
Blz 170
Vraag 56
Blz 171

Slide 3 - Tekstslide

Tijdlijn...

  1. Ministeries leveren begroting in
  2. Minister van financiën stelt rijksbegroting samen
  3. Presenteren rijksbegroting en miljoenennota (3e dinsdag in September)
  4. Debatten 1e en 2e kamer
  5. Goedkeuring 1e en 2e kamer
  6. Plannen worden toegepast
6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)

Slide 4 - Tekstslide

Rekenen met grote getallen:
  • 84,3 miljard = 84.300.000.000
  • 84,3 miljard = 84.300 miljoen
6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)
  • Bereken:
  • 84,3 miljard - 624,3 miljoen
  • 1,2 miljard - 364 miljoen
84,3 miljard - 624,3 miljoen
84.300 miljoen - 624,3 miljoen
83.675,7 miljoen
1,2 miljard - 364 miljoen
1.200 miljoen - 364 miljoen
836 miljoen
Vraag 52
Blz 171
Rekenvraag raag 8
Blz 185

Slide 5 - Tekstslide

Rekenen met grote getallen:
  • delen met grote getallen = wegstrepen van nullen!!
6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)
  • Bereken:
  • 84,3 miljard / 624,3 miljoen
  • 1,2 miljard / 364 miljoen
84.300.000.000 
 624.300.000 

843.000  = 135,03
6.243
1.200.000.000
364.000.000

1.200   = 3,30
364 
836 miljoen

Slide 6 - Tekstslide

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 2)
Deze les leer je:
  • wat een begrotingstekort en - overschot is

Slide 7 - Tekstslide

5

Slide 8 - Video

00:15
Kom jij elke maand uit met je geld?
A
Ja, altijd
B
Meestal wel
C
Meestal niet
D
Nooit, ik moet altijd extra geld regelen

Slide 9 - Quizvraag

01:16
Mag jij van je ouders beslissen wat jij met je geld doet?
A
Ja, het is mijn geld en ik mag zelf keuzes maken
B
Ja, maar ik overleg wel regelmatig
C
Ja en nee, ik mag zelf over een deel beslissen, maar niet over alles
D
Nee, ik moet altijd overleggen met mijn ouders

Slide 10 - Quizvraag

02:06
Is er thuis overleg over jouw geldzaken?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

02:30
Heb je dit jaar iets geleerd bij economie waardoor je anders denkt over geld of er anders mee om gaat?

Slide 12 - Open vraag

03:06
Ik krijg mijn zakgeld en/of kleedgeld...
A
contant
B
op de bank
C
beiden

Slide 13 - Quizvraag

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 2)
Verwacht de overheid in 2019 dat er aan het einde van het jaar geld over is of is er juist geld te kort?

Slide 14 - Tekstslide

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 2)
Begrotingsoverschot

  • Er worden meer inkomsten, dan uitgaven verwacht (inkomsten > uitgaven)
  • Begrotingstekort
  • Er worden meer uitgaven, dan inkomsten verwacht                                                 (inkomsten < uitgaven)

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
  • t/m opgave 68
  • rekenen t/m 13
  • begrippen hele hoofdstuk leren
  • vragen hoofdstuk voor herhalingsles

Slide 16 - Tekstslide